Zijn al deze mensen naast mij in het donker op de vlucht voor hun eigen leven? Dat lijkt ondenkbaar, daarvoor zijn het er veel te veel. Bovendien zijn we hier in Rotterdam, hier bestaat geen escapisme, hier is juist teveel realiteitszin. Zelf kan ik bij de eerste films die ik op dit filmfestival zie in ieder geval nog niet rustig zitten. Op ieder zwak moment grijp ik naar mijn horloge of denk ik aan mijn eigen leven en werk, aan elders. Ik wil nog niet zitten en wachten en naar het werk van een ander kijken; ik wil aan de slag, in beweging zijn. Alleen de regen en de stormachtig koude wind houden me binnen vast. En als ik later weer terug thuis ben, vind ik mijn jaarlijkse vlaag van cinefilie ineens ronduit kinderachtig. Wordt het de laatste keer dat ik naar het festival ga? Ben ik misschien te vermoeid om te genieten? Ik weet het niet. Morgen maar weer terug, en zien.
Blog
Dromen van Venetië
Ogenschijnlijk een gewone winteravond in Lombok, Utrecht, eenhoog. Achter gesloten gordijnen, bij een pan boerenkool met ambachtelijke rookworst, zijn vier heren met fantasie verzameld. Zij drinken zich vriendschap in. Vervolgens nemen ze in een halve cirkel plaats rondom het appelwitte altaar dat hen met de rest van de wereld moet verbinden. In de uren die daarop volgen, stappen ze in verschillende vliegtuigen, overwegen tussenlandingen en nemen glimlachend plaats in speedboten door een lagune. Ze kijken over rode daken uit en proeven de brakke geur van binnenwateren; stoten hun knieën tegen badranden en testen het comfort van slaapbanken. Uiteindelijk is de vraag alleen nog wat waar te gaan eten en hoe je op de weg terug niet verdwaalt. Rond middernacht verlaten drie van de vier heren de bovenwoning weer, in uiteenlopende richtingen. Het licht gaat uit, er lijkt een beslissing genomen te zijn. Een reservering voor vijf maanden dromen.
Lessen in loslaten
De vraag na al die lessen in loslaten blijft, terwijl het zo simpel zou kunnen zijn. Deed het vasthouden nou pijn, of was het toch het loslaten zelf?
Uit de leeszaal (2)
Ik was op zoek naar een omschrijving van het gevoel waarmee ik, onder de douche, aan de dag begon. Vanavond trof ik iets aan dat er verrassend dichtbij kwam, in het boek dat ik aan het lezen ben. Die roman blijkt sowieso dicht in de buurt te komen bij wat mij op dit moment zoal bezighoudt. Ook dat zal wel geen toeval zijn:
‘Telkens als hij voor een lastige opgave stond, leek zijn geest uit hem weg te willen vluchten naar een plek waar niemand iets van hem vroeg, een oord zonder mensen, zonder nachten ook, een land met eindeloos verre einders, voor altijd met zonlicht overgoten, dat hem het gevoel gaf vrij te zijn. Dat vluchtverlangen had in de loop der jaren misschien wel een hol mens van hem gemaakt, maar wie van de nood een deugd wilde maken, kon zoiets ook opvatten als aangename leegte, waarin het prettig leven was, zonder de strijd om het dagelijks brood.’
[Allard Schröder, Amoy, p. 88-89]
Straattoneel
Ik woon hier al bijna negen jaar. De kinderen van de zwangere vrouwen die door de straat waggelden, rennen nu naar de basisschool. Een slungelig pubertje, wiens moeder me vertelde dat hij zwaar werd gepest en geslagen als enige autochtoon tussen de Marokkaantjes, rijdt ineens voorbij achter het stuur van een auto. En vanochtend zie ik de drankzuchtige vrouw met de kwade frons en het verwaaide witte haar ook aan een volgende fase in haar leven beginnen. Haar echtgenoot, die vanuit een verzorgingstehuis soms werd langsgebracht voor bezoek, is overleden. De vriendin waarmee ze samen dronk en met wie ze een jaar geleden nog haar blote kont toonde aan klagende buren, is ook dood. Nu loopt ze twee, drie keer per uur achter haar rollator, met een plastic tasje en daarin een portefeuille, tevergeefs naar de supermarkt. Die is dicht; het is tenslotte zondag. Dat begrijpt zij ook, als ze er voor de deur staat. Maar even later komt ze opnieuw langs over het straattoneel. Het is te hopen dat ze zich van langer geleden nog wel iets herinnert.
Tricky
Een uurtje of vijf lang heb ik geconcentreerd door de buitenwijken van Boekarest gedwaald. Mijn verhaal werd aangevuurd (fueled zou ik willen schrijven) door platen van Tricky, die als een soundtrack pasten bij wat ik aan het schrijven was: Maxinquaye, Angels with dirty Faces en Blowback. Gruizige, slome beats; verwaaide pianoakkoorden; ijle, wat bangelijke vrouwenstemmen; opzwepende raps en de fluisterende duivel zelf, met een slissende stem vol ingehouden woede en frustratie. Duistere steegjes en vlijmscherpe gevoelens.