Blog
Er zijn of er niet zijn (2)
Verplaatsing
Ook al had ik een aantal uren doorgebracht met een enigszins frustrerende urban exploring trip naar het voormalige krankenhaus van Staaken, voor mijn gevoel zat ik gisteren de hele middag in de U-bahn. Vanwege onderhoudsachterstanden rijden er veel minder treinen in het bovengrondse S-bahn verkeer en was verplaatsen met de ondergrondse het meest efficiënt. Geen probleem, want ik houd van het me verplaatsen door de stad in de treinen, of ze nu boven of onder de grond sporen, en ik koester de schijn van doelbewustheid als ik erin onderweg ben.
Gisteren echter wekten de grote hoeveelheid U-bahn stations en de oriëntatie met behulp van het zeer overzichtelijke, geometrische kaartje echter desoriëntatie in de hand. Dat de kaart niet het gebied is, dat is mij bekend. Maar terwijl we steeds opnieuw scherpe bochten in de ongewisse duisternis namen, bekroop mij het gevoel dat het ondergronds verplaatsen zuiver virtueel was. Ik zat al die tijd op dezelfde plek, in hetzelfde knalgele koekblik, het middelste van zes koekblikken. Het was alsof het de stad was die zich verplaatste, en niet ik.
Het andere boek
Het dier van de maand
Na twee dagen cultuur, leek het me tijd voor een bezoek aan de dierentuin, de Zoölogischer Garten. Die is al 165 jaar oud, en ik was er al die tijd nog niet geweest. Binnenkomen was een oefening in geduld ook eenmaal de poort door was het soms lang zoeken naar de dieren. De warmte had de meeste van hen loom en slaperig gemaakt en ze hadden binnenverblijven, holletjes en schaduwplekken opgezocht. De zichtbare dieren waren over het algemeen ook niet erg opgewekt, op het depressieve of manische af soms – en dat is natuurlijk niet zo verwonderlijk, in deze situatie. Dus wendde ik mijn blik maar even naar de bezoekers, op zoek naar gelijkenissen of wakker geroepen dierlijkheid. Ik stelde me vragen naar mijn persoonlijke voorkeuren onder de dieren. De enorme omvang van de dierentuin dwong tenslotte tot keuzes, dus maakte ik zelf een natuurlijke selectie van de dieren die ik zeker wilde zien: de apen, de beren, de wolven, de bijzondere verzameling kwallen. Ik vroeg me af of het ooit dag is in het verduisterde verblijf van de nachtdieren, of dat zij gedwongen zijn 24 uur per dag nacht te beleven. En tot besluit koos ik mijn dier van de maand: het nijlpaard, dat hier Flußpferd wordt genoemd. Ook heel mooi.