Dat is wat er gebeurt: ik schrijf een boek terwijl ik eigenlijk plannen maak voor een ander boek.
Blog
Uit de leeszaal (16)
‘Wie een reisgids openslaat, vindt er meestal een korte woordenlijst, maar die slaat vreemd genoeg op vervelende en nutteloze zaken: de douane, het postkantoor, het hotel, de kapper, de dokter, de prijzen. Doch wat heet reizen? Ontmoeten! De enige belangrijke woordenlijst is die van de afspraak.
Afspraak
Yakusoku
Waar?
Doko ni?
Wij tweeën
Lutaritomo
Wanneer?
Itsu?’
[Roland Barthes, ‘De afspraak’ in: Het rijk van de tekens, p. 21 en 23]
Aanpassingen van het interieur
Ik had al van alles geprobeerd. Een cartoon van Stefan Verweij in de Volkskrant van vandaag gaf echter de doorslag: schrijver ligt in zwembad met champagneglas in de hand en zijn vrouw roept van de kant: ‘Rob heeft in die file wel mooi zijn boek afgekregen’. Ik bedacht me hoe de ideale omstandigheden al zo vaak aanwezig zijn geweest, en altijd maar tijdelijk soelaas hadden geboden, er welbeschouwd eigenlijk niet toe doen. Toch is het wel belangrijk dat de situatie thuis, in het wolvenhol, in orde is. Dus wendde ik me tot het ritueel dat ik, vanwege de scepsis over het effect van rituelen, altijd zolang mogelijk probeer uit te stelen: ik ging mijn huis herinrichten. Ander boek, ander interieur. De gehele benauwd warme dag heb ik mij binnen in het zweet gewerkt; boekenkasten uit- en ingepakt; geschoven met banken, stoelen, fauteuils en tafels; gestofzuigd en gezeemd. Sinds vijf uur staat het. Ik heb misschien geen nieuw huis, maar ik keer nu wel in een ander huis terug, aan het einde van de dag. En de schrijftafeI is een kwartslag gedraaid; ik zit met mijn rug naar de straat en kijk naar een Hermitage-groene muur.
Zoveel frisse lucht
Uit de leeszaal (15)
‘Welnu, het blijkt dat in dat land (Japan) het rijk van de betekenisdragers zo uitgestrekt is en het woord zozeer te buiten gaat, dat de uitwisseling van de tekens er steeds van fascinerende rijkdom, beweeglijkheid en subtiliteit is, zulks ondanks of juist dankzij de ondoorzichtigheid van het woord. De reden ervan is dat daarginds het lichaam zonder aanstellerij, zonder narcisme, maar volgens een zuiver erotisch – ofschoon subtiel verborgen – plan bestaat, handelt, optreedt. Het is niet de stem (…) die mededeelzaam is (en wat deelt hij mee; onze – vanzelfsprekend ‘schone’ – ziel, onze oprechtheid, onze waardigheid?), het is het hele lichaam (de ogen, de glimlach, de lok, het gebaar, de kleding) dat een soort gebabbel met je onderhoudt waaraan de perfecte beheersing van de codes elke infantiliteit ontneemt. Een afspraak maken (met gebaren, tekeningetjes, namen) kost beslist een uur, maar in dat uur heb je voor een boodschap die, als je hem in even essentiële als onbeduidende bewoordingen had gesproken, in een oogwenk afgehandeld was, alle tijd gehad om het lichaam van de ander te verkennen, te ‘proeven’ en in je op te nemen, terwijl het (eigenlijk onbedoeld) zijn eigen verhaal, zijn eigen tekst heeft ontvouwen.’
[Roland Barthes, ‘Zonder woorden’ in: Het rijk van de tekens, p. 16-17]
Ik zie ik zie
Gisteren was ik onderweg, met Berlijn nog in mijn gedachten. In Amsterdam ging ik D. haar jas terugbrengen, die ze had laten hangen in het huis dat we er een paar dagen hadden gedeeld. Later vierde ik elders weer een kleine reünie met S. en vergeleken we onze foto’s van Berlijn.
Ik was nog steeds onderweg. En onderweg kun je spelletjes spelen, net zoals de kinderen naast mij in de trein. Ze speelden ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is…’ en bedachten mogelijke varianten daarop:
‘ik hoor ik hoor wat jij niet hoort…’
‘ik ruik ik ruik wat jij niet ruikt…’
‘ik proef ik proef wat jij niet proeft…’
‘ik voel ik voel wat jij niet voelt…’
Natuurlijk is het bij dit spel niet de bedoeling om langs elkaar heen te blijven gokken, vissen, hijsen of tasten. Nee, het plezier schuilt hem er juist in dat je ineens hetzelfde ziet als de ander. De bedachte varianten zijn natuurlijk niet allemaal zo eenvoudig als het origineel. Soms is meer tijd nodig voor een oplossing, een enkele keer kun je blijven raden. Het kinderspelletje bleek ineens niet zomaar een spelletje te zijn, om de tijd te verdrijven, onderweg.