Blog
Duizendste
Ondanks alles worden er nog steeds feestjes gevierd. In het volle licht en in het duister. Zo verscheen vandaag bijvoorbeeld het duizendste bericht op de blog van JWL, die duidelijk al veel langer dan een jaar bezig is, namelijk een jaar of zes. Het was een democratisch genoegen, want hij had lezers in de gelegenheid gesteld zelf een bijdrage als duizendste posting in te sturen. Ook ik schreef er een, met de titel ‘Duizend-en-één’ en het werd er vandaag gepubliceerd. Dus verwijs ik jullie graag door naar JWL: ‘JWL schrijft als Sherazade tegen de klok, tot het moment dat de tijd ons gunstig gezind zal zijn. Tegen de dreiging van de ondergang en de vergankelijkheid in, oproeiend tegen de stroom van de tijd, in de wetenschap dat er een punt komt waar de stroming minder sterk is; een zijtak van de rivier, of een dode arm – zodat we even gered zijn, of met rust worden gelaten.’
Einde aan de ruggenspraak
De lijntjes
Voor twee tellen
Ik fiets er iedere dag langs. Ik had voor twee moeten tellen.
Woensdag was J. hier weer eens op bezoek. Traditiegetrouw praatten we niet alleen bij over lichaam en geest, maar speelden we ook een partijtje schaak. Dat paste er precies bij, want tijdens het spelen praatten we verder, met gescheiden hersenhelften als het ware, die zich vanaf dat moment elk met iets anders bezighielden. We doken onder het oppervlak, bestudeerden de bont gekleurde vissenscholen, kameleontische, gecamoufleerde roggen en krabben en kreeften die plotseling uit het koraalrif van ons onderbewustzijn tevoorschijn konden schieten. En we observeerden het effect op ons eigen spel en dat van de ander. Het was afleiding door ironische intimidatie, door bluf met zelfvertrouwen of sterke verhalen maar ook: door het plotseling openbaren van kwetsbaarheid en het vragen naar de zere plekken… bij de tegenstander. Alles leek geoorloofd om het potje te winnen – ook al ging het ons daar niet om. Natuurlijk niet. Uiteindelijk wint steeds diegene die dat zelf van tevoren absoluut niet had verwacht. Plotseling blijkt dat hij de ander schaakmat gezet heeft, vaak meer tot zijn eigen verbazing dan die van de verliezer – en de verliezer, dat was ik deze keer. Het begon met toren g1-e1. Dat had ik nooit moeten doen, ik was nog wel zo gewaarschuwd.