‘Mensen hebben donkerrode drijfveren. Daar kunnen ze niks aan doen en toch nemen ze er geen genoegen mee. Ze weten bitter weinig over hun drijfveren, maar ze willen die door middel van woorden een aanschijn geven. Ze bouwen optrekjes met woorden, ze beveiligen zich, en daar zijn ze een groot deel van de dag mee bezig. Ze strooien met woorden, ze bedekken, ze proberen letterlijk iets onder woorden te brengen, ze verwoorden, ze denken een redelijke verklaring gevonden te hebben.
Men verhaalt dat het Engelse woord ‘man’ afgeleid is van ‘mana’, in het Sanskriet het woord voor denkvermogen of daaromtrent. De mens zou zo’n denkvermogen zijn.
Ik heb wel meer horen zeggen dat mensen redelijke wezens zijn. Maar als je goed oplet zie je dat de rede zich meestal ondergeschikt heeft gemaakt aan iets anders, de rede heeft meestal dienst. Wie werkelijk de touwtjes in handen heeft blijft een raadsel.’
[Armando, ‘De kleine verschijnselen’ in: Berlijn, p. 237]
Blog
Het pantser van au
2010 wordt het jaar van Alice in Wonderland. Om meerdere redenen. Redenen die hier niet ter zake doen – of nog niet. Maar toch. Dit wil ik er wel over zeggen.
Omdat ik de afgelopen weken regelmatig geschaduwd werd door pijnen en pijntjes, besloot ik me wat in mijn achtervolger te verdiepen. Hij was een permanente aanwezigheid, een zeurend kind, een verraderlijke tocht, een te hard tikkende klok, die mijn stemming bepaalde en grote invloed had op wat ik zag, wat ik voelde en wat ik dacht. En ik ontdekte wat ik al had kunnen weten; de enige schaduw die permanent aanwezig is, is je eigen schaduw.
De pijn leek soms terug te voeren te voeren tot anderen en de drukte die ik me om hen maakte. Ik begreep echter dat het vooral mijn voorstelling van zaken was die me kwelde – wat nu eenmaal mijn beroep is, maar me aan de schaduwkant dus parten speelt. Toch resulteerde het niet in pijn in de projectieruimte (het hoofd), maar in de schouders die het hoofd droegen, en vervolgens in de rug waarop de schouders horen te rusten. En de pijn wekte het grote verlangen naar isolement op. Soms zoveel dat ik, terwijl ik al in bed lag, niet meer wilde opstaan om er iets over op te schrijven.
De pijn ging onder mijn huid zitten, als de inkt van een tatoeage, met het gewicht van een wreed gedicht. Soms leverde het verhalen op, tot de verbeelding sprekende fantasie, transformaties van de bestaande dingen die iets openbaren, maar soms ook slechts het brandmerk van een zelfkastijdend, rusteloos bestaan. En ik had het volledig met eigen hand vervaardigd, mijn weelderig gekleurd pantser van au.
Dan schuilt er ineens een beetje troost in de wetenschap dat de steeds terugkerende aanvallen van migraine de schrijver Lewis Carroll een vervormende werkelijkheidservaring gaven, die de buitengewone belevenissen van Alice in Wonderland tot een begrijpelijke realiteit hebben gemaakt. Dat heeft in de medische wetenschap zelfs een officiële benaming gekregen: het Alice in Wonderland Syndroom.
Terugkerende droom (1)
Rite de passage
Onderstroom onder stroom
Bloedzuigers
Schrijvers kunnen fascinerend materiaal zijn voor een film, maar ik ben altijd op mijn hoede tijdens het kijken daarnaar. Er ontstaan al zoveel verwachtingen wanneer je zegt dat je een schrijver bent. En de ene schrijver is de andere niet, alhoewel…
Op kerstavond keek ik met L. naar Capote, over Truman Capote in de periode dat die zijn meesterwerk In cold blood schreef. Capote schreef faction, een voor de roman destijds nieuw genre; non-fictie, verteld met de technieken van de fictie. We zagen hoe Capote, gefascineerd door de brute moord op een familie, probeert te begrijpen wat er omgaat in een van de moordenaars, Perry Smith. Hoewel die bekend heeft, en ter dood veroordeeld wordt, doet Capote er alles voor om nog zolang mogelijk met hem te spreken, de ware beweegredenen van de moordenaar te achterhalen. Hij gebruikt geld en invloed om de gerechtelijke processen te rekken, zolang hij nog aan zijn verhaal werkt. In de tussentijd ontwikkelt zich tussen hen een band, hoe ver hun belevingswerelden ook uit elkaar lijken te liggen. Smith kan zijn leven rekken door de schrijver te woord te staan, al is de terechtstelling onvermijdelijk. Capote trekt zich echter terug uit het leven van Smith als diens einde nadert. Hij heeft het verhaal voor zijn boek en hij had de titel al bedacht voordat Smith hem zelf het motief heeft gegeven. Hij durft hem eigenlijk niet meer onder ogen te komen. Toch zal hij dat uiteindelijk doen, en getuige zijn van diens ophanging.
Veel fictie is feitelijk faction. Waarschijnlijk heeft een werk van literatuur pas echt waarde wanneer het doorleefde elementen uit de werkelijkheid bevat; ervaringen van de schrijver zelf of ervaringen van anderen, die hij goed aanvoelt. Ervaringen die opgeschreven moeten worden om leven in de dode letters te krijgen.
Jaren geleden zei een vriendin tegen me dat alle schrijvers hetzelfde zijn: ze vertellen niets over zichzelf, maar horen de ander helemaal uit tot ze een verhaal hebben. Dat is te eenvoudig gesteld. Voor mij geldt wel dat wat ik meemaak, of hoor vertellen, vroeg of laat de kamers van mijn schrijvershart instroomt. Ik kan de woorden van anderen opzuigen, er na verloop van vertellen verhalen in zien, waarvoor intieme details belangrijk worden, en bepaalde vragen gesteld moeten worden. Tegelijkertijd: er zijn mensen die graag over zichzelf spreken, en daarvoor moet er ook een luisterende partij zijn. Zo houden we elkaar in de houdgreep, in de hoop op verlossing, of troost.
De band die door het delen van verhalen ontstaat, kan vluchtig zijn, of schijnbaar, en verdwijnen als het verhaal klaar is. Het is als lezen, en een boek dicht doen. Dat gebeurde in zekere zin ook bij Capote, en hij werd er niet gelukkig van; zijn dodelijke eenzaamheid in een overvol sociaal leven, waarin hij de act van levendig middelpunt opvoerde, werd pijnlijk duidelijk gemaakt in de film.
Het is een schaduwkant van het gedoemde leven dat het onze is. En ik waarschuw bij deze: ook ik ben een bloedzuiger, eentje die ook zichzelf in zijn staart bijt trouwens. Nu maar hopen dat er iets waar is van de helende werking van bloedzuigers.