Wanneer ik krantlees, betreft het vaak een inhaalslag. Zo had ik pas vandaag tijd voor de kranten van vrijdag, zaterdag en vandaag. Ik vind dat ik er geen kan overslaan, maar besef tegelijkertijd dat ik de hele dag nodig zou hebben, zou ik ze volledig willen lezen. Dat doe ik dus ook niet. Ik lees dus niet alles en in de artikelen die ik wel lees, lees ik tegen de nieuwshiërarchie in, ga op zoek naar steekwoorden waar mijn ogen aan blijven haken, of lees ze van achteren naar voren, waardoor ik het feitelijke nieuws het laatst lees (als ik er al aan toekom), pas na de opvallende, kenmerkende details van een voorval, de human interest passages en de voorbeelden.
Krantlezen is ontspanning voor mij, zodanig zelfs, dat ik mij vandaag afvroeg wat ik er überhaupt van onthoud. Ik sloot mijn ogen en testte of ik nog na zou kunnen vertellen wat ik zojuist gelezen had. Het kon heel goed zijn dat alles me ontgaan was, dat het lezen een vorm van alert dromen was geweest.
Dit weekend had ik iemand een klassiek voorbeeld horen geven van een black-out: zo hard hebben gestudeerd voor een tentamen en dan op het moment dat er vragen worden gesteld, niets meer weten. Uit de tijd dat ik zelf studeerde, herinnerde ik me iets anders. De avond voor een tentamen had ik tijdens het studeren altijd een moment waarop ik ogenschijnlijk helemaal niets meer wist en ook geen kennis meer kon opnemen. Dat was voor mij het teken om te stoppen. Ik kon rustig slapen en de dag erna meestal tevreden vaststellen dat ik voldoende wist. Alleen gerichte tentamenvragen konden de goed opgeborgen kennis tevoorschijn trekken.
Ik wist nog dat het 15.50 uur was toen Cancellara zondag een tandje bijschakelde en wegreed van de anderen; dat de oud president van Kirgizië toch een terechtstelling in het vooruitzicht was gesteld, in plaats van een eerder aangeboden vrijgeleide, en dreigde met een bloedbad als hij zou worden aangevallen; dat de buren van Jan Mulder gele bloemen hadden ingezaaid in de tuin van zijn huis in Groningen én dat de president van Polen al eens eerder een vliegtuig op een onorthodox moment tot landen gedwongen had, en mogelijk dus verantwoordelijk was voor zijn eigen dood, die van zijn vrouw en nog 94 anderen bij Smolensk.
Het is misschien beter mezelf de vraag te stellen wat eigenlijk de waarde van het nieuws is. Morgen is er weer nieuws; het nieuws van gisteren is alweer achterhaald, dat van vandaag zal het morgen zijn en doorgaans betreft het sowieso variaties op een thema. Dat valt op als je krant van vrijdag, zaterdag en maandag achter elkaar leest. De noodzaak te onthouden is dus ook niet aanwezig. Er is trouwens ook niemand die je overhoort.
Blog
Brugge (3): de blinde achterkant
Brugge (2): het gezicht van de stad
Brugge (1): het begint met licht
De vertraging
Terwijl ik voor mijn gevoel steeds fitter van lijf en frisser van geest begin te worden, terwijl de lente komt en terwijl ik gelukkig ben, lijkt mij toch wat te ontgaan. Zo kan ik soms slechts met de grootste moeite navertellen wat ik op een dag precies gedaan heb. Het enige dat me te binnen schieten wil, zijn de dingen die ik had willen doen, maar waar ik niet aan toegekomen ben. Dat kan natuurlijk aan mijn haperende geheugen liggen, maar ik geloof dat er iets anders aan de hand is. Terwijl ik geniet van de zon, terwijl ik geniet van de zonnigheid in mijn bestaan en terwijl heel weinig me meer echt dwars zit of voor problemen stelt, komt er ook weinig uit mijn handen. Ik flaneer door de stad als een aristocratische fat; een lethargische, ironische, slechts etende, drinkende, vrijende, rondkijkende en lezende consument die geld aan het opmaken is. Zo ken ik mezelf niet. Deze rust moet bedrieglijk zijn. Het kan niet anders of er zijn processen aan het werk die zich aan mijn bewustzijn onttrekken. In mijn diepste diepten scant een programma waarschijnlijk alle items af, op zoek naar virussen en spionnen die door de verdedigingsmuur gedrongen zijn. Ik kan het me goed voorstellen, maar kan alleen de vertraging constateren. Ik kan er met mijn gedachten niet bij. Misschien is dat wel goed zo.