We wandelden op een zondagochtend over de desolate straten van “’t Eilandje”, in het Noordelijk havengebied van Antwerpen. Onze aandacht werd getrokken door de enige straathoek waar wat leven te bekennen viel. Er stonden een paar tafels en stoelen op straat en er zaten vijf, zes mensen aan. Binnen het zicht gekomen van wat een heel klein cafeetje bleek, werd ons meteen gratis ontbijt aangeboden. We bestelden dus maar koffie en namen plaats aan een lange tafel, naast een schipper met pensioen. Grijze stoppels op zijn kin, ingevallen wangen, rommelig gebit, rusteloze blauwe ogen, een klassieke zwarte schipperspet op het hoofd. Na zijn openingsvraag (‘Hollanders?’) stak hij van wal met een onheilspellende opsomming van de overstromingen die op dat moment wereldwijd gaande waren: China, Pakistan, Oost-Europa… Bij ons in Nederland was toch ook een camping weggespoeld? Hij had het allemaal op televisie gezien. Hadden wij televisie gekeken? Nee? Nou, hij wel.
Hij vertelde dat hij met zijn schip vaak in Nederland was geweest, en een van zijn voorouders uit Groningen kwam. Ik vroeg of hij nu een beetje kon ‘aarden’, op de wal. Hij schudde zijn hoofd. Hij was nu twee jaar met pensioen en vond het niks. En dan al die rampspoed… Blijkbaar schoten hem ineens de zand- en grindgaten langs de Nederlandse rivieren tebinnen, en hij begon zijn bezorgdheid uit te drukken over de gaswinning in Slochteren, de mijnen, de oliewinning onder zee: hij schetste het beeld van een planeet waarin maar steeds meer gaten werden geboord, tot hij uiteindelijk helemaal uitgehold was. Ik poogde hem nog op andere gedachten te brengen, door te stellen dat met al het materiaal uit die gaten toch ook weer materie werd opgericht (bruggen, gebouwen) en dat het elkaar misschien in evenwicht hield. Maar hij reageerde er niet op. Hij ging met zijn geestesoog juist dieper de gaten in, op weg naar de kern van de zaak: ‘Kende gij magma? Kende ge dat? Weet ge wat de temperatuur van magma is? Weet ge dat? 4500 graden, 4500 graden. Dat zeiden ze gisteren op de televisie.’
En hij keek voor zich uit alsof hij het magma zelf zag branden.
Het is niet eenvoudig, keuzes maken in het huidige tijdsgewricht. Konden we al langere tijd beschikken over de bijstand van Mr. Hayda en professeur Koro, nu is er ook Mr. Bayo die ons kan helpen. Dit keer ‘serieus en snel’. De vraag is alleen: waarmee helpt hij ons precies?
‘Mr. Bayo. Man van God, helderziende uit Afrika. Bekend en bevoegd verklaard MEDIUM.
Bewijsbare, behoorlijke en snelle oplossing van moeilijke problemen zoals definitieve terugkeer van uw geliefde partner. Als uw man of vrouw u verlaten heeft, zal hij terug komen als een hond naar zijn baas. Ook hulp bij trouw, liefde, bescherming tegen slechte invloeden in uw leven. Succes in zaken als werk, examens, impotentie, genezing van al uw complexen en uw emotionele problemen. Werkt serieus en snel, resultaat in 6 dagen. 100% succes gegarandeerd. Tel. ….’
Je hebt openlucht bioscopen en je hebt openlucht bioscopen. Ik hou ervan, als ze goed georganiseerd zijn, hoe eenvoudig ook. In Hangar 19A, op de Scheldekaaien in Antwerpen, doen ze het goed. Okay, het was botverstrammend fris gisteravond, zeker als je zelf geen stoeltje of dekentje had meegenomen om het optrekken van de kou te bestrijden. Maar daar stond gratis warme soep van de soepbar tegenover, gemaakt door vrijwilligers en aan een lange rij hongerige cinefielen in de pauze uitgedeeld. En de toegang was sowieso al voor niks geweest.
Wat kregen de ongeveer tweehonderd bezoekers nog meer? Een groot scherm, twee kunstmatig aangelegde duinen als tribune, zo’n dertig vierkante meter Perzische tapijten om op te zitten, en een oud doch solide golfplaten dak boven ons hoofd, dat bescherming bood tegen de hevige regenbuien die losbarstten, precies tijdens de uren van vertoning. Daarbij nog een bar, een kleine lounge en een rommelig decor van marionetten en lampionnen. In de reepjes lucht onder en naast het scherm zagen we het verontrustende spel van donkere wolken en lichtere dampen van de chemische industrie, dat zich voltrok boven de zielloze Oostblokarchitectuur van de Linkeroever.
Gelukkig leidde de film Departures ons af van die werkelijkheid, en overstemde het geluid dat van het door goten en pijpen wegborrelende regenwater. Al ontsnapte hij niet aan wat ouderwetse, mierzoete Aziatische symboliek, het was een vermakelijke, luchtige film over de schoonheid van het beroep van aflegger, over de kunst van de begeleiding op onze laatste reis. Of het nou een meisje betrof dat misschien een jongetje was en zelfmoord had gepleegd of de vader van de hoofdfiguur, die hij sinds zijn zesde niet meer had gezien, en tegen wie hij eigenlijk een diepe wrok koesterde. De dood was weer even aanwezig. Als verhaal dit keer, veilig ver weg, maar toch als de alledaagse realiteit die hij is.
Toen ik wegfietste, dacht ik wat ogenschijnlijk onsamenhangende, weinig concrete gedachten over vertrek, en de onvermijdelijkheid van afscheid nemen. Aan de overkant van de rivier zag ik de felle lampen van de bedrijventerreinen verschijnen en verdwijnen tussen de flats, alsof het de gevallen sterren van de industrie waren.