De afgelopen weken ben ik, op de schaarse momenten dat ik lees, vertrokken in nogal melancholisch stemmende boeken. Eerst las ik Een steek diep. Schetsen van verloren levens (2011), waarin F. Starik een reeks uitvaarten beschrijft van mensen die in volstrekte eenzaamheid gestorven zijn. Sinds een aantal jaren worden zij in Amsterdam en een aantal andere steden naar hun laatste rustplaats begeleid door de zogenaamde Poule des Doods; dichters die een gelegenheidsgedicht schrijven en daarmee afscheid nemen van de gestorvene. Starik beschrijft alles eenvoudig en precies en verraderlijk eentonig, hoe verschillend de doodsoorzaken en levensgeschiedenissen (voor zover bekend) ook wel degelijk zijn. Juist in de herhaling herken je de tragiek; de dood in eenzaamheid is steeds gebruikelijker geworden; er is een structuur waarbinnen een gemeentelijke dienst en een dichtersorganisatie (in Amsterdam geleid door Starik) zich ermee bezighouden. De dichters halen soms het beste uit zichzelf boven bij deze uitvaarten, zo blijkt uit de opgenomen verzen. En de droogkomische, soms scherpe toon van F. Starik past als geen ander bij de routines van de uitvaarten en de leegte die uit de levensverhalen walmt.
Daarna begon ik aan Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf. Portretten van vergeten schrijvers van Joris van Casteren (2006). Van Casteren zocht schrijvers op die ooit veelbelovend of succesvol waren, maar in de vergetelheid zijn geraakt. Ze zijn soms in een depressie beland of juist succesvol geworden in een ander vakgebied, soms doelbewust gestopt met schrijven. Meestal zijn ze ‘vergeten’ omdat er niet voldoende boeken van hen werden verkocht of omdat de kwaliteit van hun werk afnam. De schrijvers zijn afgewezen en vaak ernstig teleurgesteld geraakt. Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf staat vol treurige verhalen, ook al schrijven deze vergeten schrijvers, inderdaad, vaak gewoon door. Tegen de klippen op.
Gedenk te sterven! Gedenk te schrijven! Dat waren niet de redenen waarom ik deze boeken las, maar wel wat ervan achterbleef in mijn gedachten, en waarom ik ze van harte aanraad. Dit is de schoonheid van de melancholie, van alles wat ‘ver…’ is: de eenzame uitvaarten worden poëtische gebeurtenissen; de vergeten schrijvers ontlenen kracht aan het schrijven, ook al zal de wereld nooit meer kennis van hen nemen. Er is troost, ook in de vergetelheid, en altijd nog een mooi verhaal.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.