De stukjes komen niet af, ik zie niet wat er te zien is; de foto’s mislukken. Ik weet niet waar we over moeten praten. Er staat niets in de krant, ik kan geen boek vinden dat ik wil lezen, er is niets op tv, van ieder bord zie ik de achterkant. Het is te warm om iets te gaan doen, en te warm om te blijven liggen. Spierpijn is als een gigantische onderzeeër boven water gekomen. De koelte is elders, de lucht moeten veranderen. Het is de hoogste tijd.