‘In een artikel voor Oummah, waarin hij zich de vraag stelde of de islam voorbestemd was om over de wereld te heersen, luidde Redigers antwoord uiteraard bevestigend. Hij maakte maar weinig woorden vuil aan de westerse samenlevingen, zo vanzelfsprekend leek het hem dat die ten dode waren opgeschreven (want in dezelfde mate als het liberale individualisme wel moest zegevieren zolang het alleen tussenstructuren zoals vaderlanden, corporaties en kasten ontbond, had het zijn eigen doodvonnis getekend toen het zijn aanval richtte op de ultieme structuur van het gezin, en dus op de demografie; daarna kwam logischerwijs de tijd van de islam). Meer woorden besteedde hij aan India en China: zouden die twee landen hun traditionele beschavingen hebben behouden, zo schreef hij, dan hadden ze aan de greep van de islam kunnen ontkomen omdat monotheïsme hun vreemd was; maar vanaf het moment dat ze zich hadden laten besmetten door westerse waarden, waren ook zij ten dode opgeschreven – hij beschreef het proces in detail, gaf een prognose van het tijdpad.’
[Michel Houellebecq, Onderworpen, p.212.]