‘Waar het om gaat, meneer Blanco, is dat u Nimmerland gelezen moet hebben, en omdat u een van de weinige mensen ter wereld bent die het gelezen hebben, zou ik het ten zeerste op prijs stellen, zou ik u dankbaar zijn uit het diepste van mijn ellendige hart, als u een poging zou willen doen u de inhoud van die droom te herinneren.’
‘Zoals u erover praat, lijkt Nimmerland een roman te zijn.’
‘Dat klopt, meneer. Het was een roman.’
‘En Fanshawe heeft u gebruikt als personage?’
‘Blijkbaar. Dat is op zich niet zo vreemd. Ik begrijp dat schrijvers dat voortdurend doen.’
‘Dat kan wel zo zijn, maar ik snap niet waarom u zich daar zo druk over maakt. Die droom heeft in werkelijkheid nooit plaatsgevonden. Het is niet meer dan woorden op papier, je reinste verzinsel. Laat toch zitten, meneer Flood. Dat is toch niet belangrijk.’
‘Voor mij is het wél belangrijk, meneer Blanco. Mijn leven hangt ervan af. Zonder die droom ben ik niets, letterlijk niets.’
[ Paul Auster, Op reis door het scriptorium, p.63.]
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.