‘De door mij afgezette stadscommandant Jerochymov, gaf aan het gehele revolutionaire regiment Tversk het bevel de stad in slagorde te verlaten en achter de stad het bivak op te slaan en zelf kwam hij afscheid van me nemen. Ik maakte hem duidelijk dat ik indien hij probeerde met zijn regiment weer iets onaannemelijks uit te voeren het regiment Tversk zou laten ontwapenen en hem vóór het revolutionaire militaire tribunaal van het front zou brengen. We speelden trouwens open kaart.
Tovarisj Jerochymov maakte van zijn kant met grote oprechtheid duidelijk dat hij mij, zodra het regiment rijders de stad zou hebben verlaten, op de heuvel boven Mala Bugulma liet ophangen, opdat men mij van alle kanten zou kunnen zien.
We gaven elkaar de hand en gingen als de beste vrienden uit elkaar.’
[Jaroslav Hašek, De mensenhandelaar van Amsterdam, p.61.]
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.