‘Hij ging op zijn rug liggen en dacht aan alle dingen die hij deze dag beter had kunnen doen. Reizen, hard werken, studeren… Maar het lukte hem niet meer zo goed als vroeger, toen hij erin slaagde zijn dagen in een voortdurende staat van onvrede met zichzelf door te brengen. Daar was toen wel het een en ander uit voortgekomen: een paar verre reizen, een aantal niet al te slecht geschreven gedichten, maar het was toch kennelijk een onvrede geweest die aan een bepaalde leeftijd gebonden was. Zijn leven zou niet in het teken van de onrust staan, stond dat nu bijna al niet meer. Met de oogst van die paar verwarde jaren zou hij het verder tot aan zijn dood uit moeten zingen. Aan zijn stem viel natuurlijk nog wel het een en ander bij te vijlen en ook zijn voordracht kon sterker, maar in hoofdzaak stond nu voor hem toch wel vast welke toonhoogte hij bereiken kon en welke niet. Hij vouwde zijn armen onder zijn hoofd en viel in slaap.’
[Remco Campert, Het leven is vurrukkelluk, p.111-112.]
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.