‘Omdat Coltersteen tot diep in de nacht had meegedronken, moest hij de volgende ochtend zijn geheugen pijnigen om zich nog iets van de inzichten van de fysicus te herinneren. ‘De tijd-ruimte heeft de hik’ was een van de uitspraken die hij zich herinnerde. En: ‘Natuurlijk vermengen de universa zich met elkaar in het multiversum, waarbij er automatisch een correctie plaatsvindt, die dan de oorzaak van een op zich verwaarloosbare singulariteit kan zijn, die op haar beurt vanzelf ongemerkt weer in de chaos van alles oplost.’ Coltersteen had geen flauw idee wat hij zich erbij moest voorstellen. ‘Wees gelukkig met de chaos,’ had hij nog achterop een bierviltje geschreven. Waarom wist hij niet meer. Misschien omdat het hem aan Widergaenger had doen denken. Op een servetje stond nog dat de universa telkens in een ondeelbaar moment de onderlinge verhoudingen moesten vaststellen, omdat er geen principiële onbalans kon bestaan, aangezien die tot ineenstorting van het systeem zou leiden. Of zoiets. Dergelijke correcties zouden volgens Golobka schokjes in de tijd veroorzaken, waarmee het systeem het evenwicht herstelde, tenzij – Coltersteen herinnerde zich dat de stem van de fysicus daarbij was overgeslagen – het multiversum al instabiel was geworden en de implosie van alles al aan de gang was. Dat ineenstortingsproces kon miljarden jaren duren, maar het kon zich ook in een oogwenk voltrekken. Golobka wist dat niet precies. Voordat hij totaal dronken werd, zei hij nog: ‘Het heelal is chaos, Ernst. Wees maar blij. Al die lui die naar wetmatigheden zoeken zijn fascisten.’ Dit inzicht deed Golobka’s gezicht stralen van genoegen, luidkeels begon hij Die Winterreise te zingen.’
[Allard Schröder, De dode arm, p. 459.]
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.