‘En hoe is dat gegaan deze eeuw, hoe greep het om zich heen en hoe goed paste het niet bij het basisinkomen, je zou bijna gaan denken dat het onderdeel is van dezelfde beweging, en waarom ook niet… ja waarom ook niet, een gecoördineerde actie, een operatie voor de lange adem, zeker, kijk eens hoe het allemaal is voorbereid, hoe het allemaal samengaat, het steekt te goed in elkaar om toeval te zijn, toen eenmaal iedereen aan mindfulness deed kwamen die Japanse opruimgoeroes met hun boeken en hun video’s over hoe je dingen moest weggooien en voor je het weet zit de hele middenklasse te mediteren in lege kamers… En toen kreeg je ook nog die actie van hoe heet het Nederland leest, toen iedereen gratis het Natuurdagboek van Nescio kreeg, ook dat paste er helemaal in, ze waren niet aan te slepen en overal tentoonstellingen van de Haagse School en andere landschapsschilders, opeens moesten we kijken in plaats van handelen, opeens trok iedereen er met het dagboek van Nescio in de hand en de landschapsschilders op het netvlies met de fiets op uit om in de weilanden naar de lichtval op een bruggetje te kijken of hoe het zonlicht weerkaatste op het haantje van een dorpskerk in de verte… Contemplatie, geen bezit, hoe goed paste dat niet bij het basisinkomen, het is gewoon allemaal voorbereid, niemand voelde zich meer geroepen om erbij te gaan werken en dat was precies de bedoeling want juist voor de middenklasse verdwenen de banen het snelst, o Boeddha o Nescio, over vijfhonderd jaar zullen jullie in het Westen een en dezelfde persoon zijn, hoe goed is het allemaal niet verzonnen en geregeld, en door wie, misschien is het een langdurig voorbereid complot van de moslims om ons te verzwakken en over te nemen, effectiever dan bommen en met vrachtwagens over mensen heen rijden, we leggen niemand meer een strobreed in de weg, we stappen van onze al dan niet elektrische fiets af om naar strootjes op de weg te kijken en hoe mooi die bij het roze asfalt van het fietspad kleuren (…)’
[Rob van Essen, De goede zoon, p.191-192.]