Er staan luxueuze hotels en spectaculaire villa’s langs het Kawaguchi meer maar ook vervallen, dichtgespijkerde, overwoekerde hostels en huizen, sommige zelfs met een prachtig, panoramisch zicht op de berg Fuji. Een andere, lange schaduw van deze heilige vulkaan is het bos genaamd Aokigahara. Dit dichte woud aan de voet van de berg heeft sinds enkele decennia een bedenkelijke reputatie gekregen als ‘zelfmoordenaarsbos’ en vormt de duistere kant van Fuji-san.
Misschien kwam het juist door de vriendelijkheid van de mensen in de omliggende dorpjes dat ik tijdens onze wandeling rond het meer ineens aan Aokigahara begon te denken – bovendien keken we er een deel van de tocht op uit. Misschien wilden de mensen met vriendelijkheid de fatalisten op andere gedachten brengen en begroetten ze voor het gemak daarom iedereen maar opgewekt. Ook bordjes in het bos moesten de zelfmoordenaars tegenhouden, en naar verluidt spraken medewerkers van een supermarkt vlakbij een van de ingangen van het woud ook regelmatig kalme, doelgerichte, contact vermijdende mensen om die reden aan. Zij konden de potentiële zelfmoordenaars door hun jarenlange ervaring helaas vaak herkennen, en zijn in feite intens getraumatiseerd.
Overigens worden de naburige gemeenten door dit dramatische gebruik van het bos wel voor vervelende praktische problemen geplaatst: onbetaalde hotelrekeningen, achtergelaten bagage, tassen en kledingstukken, auto’s op de parkeerplaatsen. En niet te vergeten: de stoffelijke resten die geborgen moeten worden; iedere keer weer een gruwelijke ontdekking voor boswachters en teams van vrijwilligers die het bos er sinds de jaren zeventig zo nu en dan op uitkammen.
Ondertussen staat Aokigahara natuurlijk te boek als ‘een van de tien engste plekken op aarde’ omdat je er op opgehangen lichamen kunt stuiten of op de boze geesten van de gestorvenen. Sommige thrillseekers beschouwen dat als een reden om naar Aokigahara af te reizen. Of om er lugubere modereportages te maken. Dat is respectloos en decadent wat mij betreft. Ziek.
Toch schuilt er wel een klein beetje, zij het wrede schoonheid in Aokigahara. Blijkbaar is het een plaats waar mensen naar toe willen reizen voor hun laatste daad met hun laatste wilskracht, overal vandaan. Naar de schaduw van de heilige vulkaan, waar vele honderden hen de afgelopen tientallen jaren voorgingen. Alsof daar het gat van de wereld is; de uitgang.
Een tragische, duistere plek blijft het desondanks. Want eenzaam zijn de stoffelijke resten in de zee van bomen en eenzaam is het verdriet van de achterblijvers.