Eigenlijk moet ik niet zo veel boeken meer kopen, want ik heb er nauwelijks ruimte voor. Ik heb mijn best gedaan te ‘ontzamelen’ en de boeken verwijderd die ik alleen maar had willen redden van de ondergang. De zogenaamde klassiekers, of boeken die ik om andere redenen twintig jaar geleden wel interessant vond maar nu niet meer. Natuurlijk zijn er nog heel veel titels die geduldig wachten op het juiste moment om voor het eerst gelezen te worden. Maar de boekenverzameling is geconcentreerder geworden. Sterker nog; toen ik afgelopen weekend na een bezoek aan de Nieuwe Boeken Beurs van kleine zelfstandige uitgeverijen toch weer met een stapeltje thuiskwam, bekroop me de gedachte dat ik bezig was aan een gesloten universum te metselen. Want ik koop, ondanks het hartverwarmende enthousiasme van de handelaren op zo’n beurs, eigenlijk nooit boeken die gewoon ‘leuk om te lezen’ zijn. Er is vrijwel altijd een relatie met de boeken die ik al in de kast heb staan of met een schrijfproject waarvoor ik me aan het documenteren ben. De boeken staan meer en meer met elkaar in een solide, betekenisvol verband. Misschien vormen zij wel de buitenste cirkel van mijn Zelf.
Ik weet niet of dit universum ooit compleet zal zijn; ik vermoed eerder dat er sprake is van een uitdijend heelal. Misschien is er een zekere mate van vol-ledigheid bereikbaar, een beetje zoals de collectie van G., over wiens indrukwekkende verzameling boeken en muziek ik al eens eerder schreef. G. dook dit weekend ook in mijn gedachten op. Ik besefte dat ik nu echt in zijn voetsporen trad. Ook ik ben nu een van die mannen geworden die op dit soort beurzen, markten en in stoffige winkeltjes zijn slag slaat en zich daarna met de buit terugtrekt – in zijn eigen wereld. Op straat al herkenbaar als lid van een doelgroep.