Dat we terugreisden in de tijd, toen we de pont naar Visingsö namen om naar het ‘Tornerspel’ te gaan, was natuurlijk maar schijn. Ze zouden het wel willen, al die mensen die deden alsof we ons in de Middeleeuwen bevonden. Ze hadden zich in de gewaden, pijen en maliënkolders gehesen waarvan ze meenden dat die bij die tijd pasten, en verkochten sierraden, stenen en kruidenmengsels; demonstreerden oude ambachten en spelen; maakten voedsel, bogen en zwaarden. Ik koester het escapisme, maar bleef deze middag toch vooral met verbazing om me heen kijken. Naar de muzikanten, die natuurlijk ook cd’s verkochten. Naar de complete families in klederdracht van eeuwen geleden, met een Eastpack rugzak om. Naar de monniken, jonkvrouwen, prinsesjes en de prachtige dame van de stoffenkraam, naar de koopman met de geldbuidel van varkenshuid, die op zijn telefoon door een menu veegde.
Begeleid door raggende metal en hardrock hits uit de jaren ’90 woonden we de toch wel spectaculaire ridderspelen bij. We lagen in de zon in het gras en hoorden You’ve got a right to party van de Beastie Boys uit de boxen komen, terwijl voor ons watermeloenen met zwaarden aan gruzelementen werden gekliefd en lansen werden gebroken in een poging elkaar uit het zadel te wippen. Tussen de ridders die het publiek opzweepten, waren ook enkele vrouwen. Dat was een van de vele, verrassende anachronismen van deze dag, en ze werden extra hard toegejuicht. De grond dreunde onder de hoeven van hun paarden in galop.
Of dit elegante escapisme ook nog een vlucht voor de hedendaagse multiculturele samenleving in Zweden was, werd me die middag niet duidelijk.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.