‘Wij maken tijd,’ zeggen S. en ik vaak tegen elkaar. Een middag kan zo weldadig aanvoelen als een weekend, een weekend als een week vakantie, een vakantie misschien zelfs als het begin van een nieuw leven. Zoals we tijd kunnen maken, kunnen we die blijkbaar echter ook kwijtraken. Zo heb ik al weken de namen in mijn agenda staan van vrienden die ik wil bellen en ik kom daar maar niet toe, ook al zit ik soms gewoon krant te lezen op de bank, en zou ik de telefoon zeker opnemen als ze mij zouden bellen. Maar ik ben moe, ik hoest, of voel dat ik niet op ieder moment even geïnteresseerd ben in het lot van anderen en stel het uit. Waardoor er tijd weglekt, waardoor er maanden tussen kunnen zitten voordat je vrienden weerziet. Is het de keerzijde van het zelfde fenomeen?
Nu ik een paar dagen ziek was, zag ik tijd ontstaan voor lezen, of films kijken. Lange tijd keek ik geen televisie, omdat het aanbod me volkomen koud liet. Dat maakte tijd vrij en ik genoot ervan. Nu ik digitale televisie heb, en weer een enkele zender erbij, heb ik al een flinke lijst films en documentaires opgenomen. Maar ondanks alles heb ik toch geen tijd om die opnames te bekijken. Zelfs niet op de dagen dat ik vrij was of de ziekte toeliet. Ik sta mezelf blijkbaar niet toe om te ‘spijbelen’ van mijn lezen en schrijven met een doel.
Ben ik een calvinist? Is het wilskracht? Zeg het maar. Vertel me dan ook meteen even waar de tijd gebleven is.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.