Er is een man die nu zijn pakken draagt en in zijn schoenen staat, zelfs zijn pyjama’s aanheeft ’s nachts. Het is gelukkig een goede vriend. En daar zijn er meer van. In lokale winkels zoals die voor bloemen, bij de sigarenhandel en de visboer konden liefhebbers zijn werken na besteding van een bepaald bedrag meekrijgen. En in de etalages van Kunsttraject in de Staatsliedenbuurt, zíjn buurt in Amsterdam, waren wekenlang foto’s, schilderijen, collages en andere objecten van zijn hand tentoon- en te koop gesteld. Zijn geliefde en zijn zoon hebben met zorg, en soms ook hoofdschuddend, zijn huis, atelier en opslagruimtes uitgemest. Wat daar in stond van waarde werd zoveel mogelijk aan dierbaren weggegeven en verkocht.
Vanavond gaat het in processie naar Zaal 100, waar een veiling plaatsvindt van de laatste stukken. Wat daarna nog volgt, zijn tentoonstellingen, een paar nieuwe boeken en wellicht nog bundelingen van verspreide stukken proza. En natuurlijk, wat al sinds zijn dood begonnen is; een schier eindeloze reeks anekdotes en sterke verhalen – ook een pakhuis vol, al is het grotendeels reeds verdicht en verschreven, verknipt, verplakt en verwerkt, ook voor na het leven.
Hij blijft trouwens gewoon naar ons zwaaien, vanaf de fiets op de zestien emaillen plaquettes die verspreid zijn over de muren van de buurt – die mede daardoor ook van hem blijft. We zullen zijn indringende, zagende, nasale stemgeluid natuurlijk blijven horen als we zijn gedichten en verhalen lezen. Die krijgen door zijn vroegtijdige dood misschien nog wel meer belangstelling, want sarcastisch genoeg zorgt de dood vaak voor onsterfelijkheid. En na de veiling van vanavond wordt zijn leven en werk, zijn as, verder verspreid, alsof hij een geëxplodeerde ster was. F. Starik, supernova.