We hadden geen religieuze bedoelingen met onze kloostertocht. Je zou hooguit kunnen zeggen dat we een soort pelgrimage maakten langs die oorden van afzondering en geestelijk leven. Hij voerde naar de randen van de bebouwde kom en naar het buitengebied, door het ‘struweel’ langs de Bakelse Aa en langs een prachtige kleine bekendelta. We passeerden de Oude Aa en de Goorloop, Muizenhol, Speurgt en Grotel en vele andere met even mooie namen getooide landgoederen. We kwamen voorbij aan een voormalige klokkenmakersfabriek en aan Welten’s Bazar, een op instorten staande, aan de vergetelheid prijsgegeven spullenlabyrint.
Zo nu en dan gingen we een kapel binnen of struinden we over een begraafplaats. We stonden bij nogal wat graven van veel te vroeg gestorvenen, zoals de vijftienjarige Kevin maar ook bij dat van Jan Donkers en Dikke Miet, eigenaren van het gelijknamige café in Aarle-Rixtel. Pas later hoorde ik dat Dikke Miet nogal een fenomeen was en in de keuken achter de kroeg mensen genas.
Tot onze verbeelding sprak ook het grafeiland van Hendrik Wiegersma dat voor voorbijgangers jammer genoeg afgesloten bleef. Wiegersma was een lokale huisarts en kunstschilder die als personage figureerde in Toon Kortooms’ Help! De dokter verzuipt en in Dorp aan de rivier van Anton Coolen – boeken die ik ineens graag wilde lezen. Wiegersma moest een kleurrijk figuur zijn geweest; een empathische arts die ongebruikelijke behandelmethodes hanteerde maar ook een die aandachtstrekkers onverbiddelijk de deur wees, en waarover veel verhalen de ronde deden. Een personage. Ik kon me goed voorstellen dat hij na zijn dood eindelijk alleen met zijn familie wilde zijn, in alle rust en afzondering. De mens is wel degelijk een eiland.
‘We lopen door een streekroman’, dacht ik, al kon je die boeken zelf geen streekromans in de traditionele betekenis noemen. Wel romans waarin het landschap en de bewoners van de streek een belangrijke rol spelen. Wat ontmoetingen betreft moesten we het deze keer echter van de doden hebben. Niet van de Beekman en Beekman van onze tijd, maar van bordjes en begraafplaatsen, van onze verbeelding, van Google en de geschiedenis. Alles bleef gesloten en iedereen op afstand.