Ik woon hier al bijna negen jaar. De kinderen van de zwangere vrouwen die door de straat waggelden, rennen nu naar de basisschool. Een slungelig pubertje, wiens moeder me vertelde dat hij zwaar werd gepest en geslagen als enige autochtoon tussen de Marokkaantjes, rijdt ineens voorbij achter het stuur van een auto. En vanochtend zie ik de drankzuchtige vrouw met de kwade frons en het verwaaide witte haar ook aan een volgende fase in haar leven beginnen. Haar echtgenoot, die vanuit een verzorgingstehuis soms werd langsgebracht voor bezoek, is overleden. De vriendin waarmee ze samen dronk en met wie ze een jaar geleden nog haar blote kont toonde aan klagende buren, is ook dood. Nu loopt ze twee, drie keer per uur achter haar rollator, met een plastic tasje en daarin een portefeuille, tevergeefs naar de supermarkt. Die is dicht; het is tenslotte zondag. Dat begrijpt zij ook, als ze er voor de deur staat. Maar even later komt ze opnieuw langs over het straattoneel. Het is te hopen dat ze zich van langer geleden nog wel iets herinnert.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.