Ook een week geleden, op maandag, zat ik in het filmhuis – opnieuw een plek waar je je gedachten kunt laten dwalen – als je er de kans voor krijgt tenminste. Tijdens de film die ik er ging zien, was ik er juist op gespitst goed te blijven opletten. En net als in november 1988, toen ik hem voor het eerst zag in hetzelfde filmhuis, hield Stalker van de Russische regisseur Andrej Tarkovski mij volledig in de greep. De film stamt uit 1979 en is nu, in een volledig gerestaureerde versie, opnieuw in roulatie gegaan. Heb je de kans om hem te gaan zien, doe dat dan, want voor dit soort films zijn bioscopen en filmhuizen bedoeld. Er zijn nauwelijks woorden te vinden voor de totaalervaring die deze film, bijna veertig jaar na verschijnen, nog altijd biedt.
Het is een pijnlijke simplificatie om ‘het verhaal’ van Stalker samen te vatten, maar vooruit: het komt er in het kort op neer dat een gids (de ‘Stalker’ uit de titel) twee mannen (een wetenschapper en een schrijver) een voor mensen verboden gebied (de ‘Zone’) in voert om uit te komen bij een bijzondere kamer. Heb je die eenmaal betreden, dan wordt bij terugkeer buiten het verboden gebied je diepste wens werkelijkheid. Dat kan dus ook een wens zijn waarvan je zelf niet wist dat je die had – waardoor je er juist erg ongelukkig van wordt. Uiteindelijk durven de wetenschapper en de schrijver er dan ook niet in.
De mooiste scène blijf ik het moment vinden waarop de drie belangrijkste personages in de film op een door benzine aangedreven wagentje over het spoor de Zone inrijden – zwijgend, om zich heen kijkend naar de in mist gehulde leegstaande fabrieken, de heuvels, de velden en de bossen om hen heen. We horen de ronkende motor eerst hard, dan zachter en zachter, bonkend over de lasnaden. Alles kan nog gebeuren, niemand die het weet. Je kan niet anders dan ook zwijgend, ademloos meekijken.
Er zat meer humor in Stalker dan ik mij herinnerde, en dat terwijl Tarkovski toch vaak voor zeer serieus doorgaat. De wetenschapper en de schrijver moeten zich aan Stalkers route door de Zone houden, ook al lijkt die een omweg, maar de Zone heeft zo haar eigen wetten, volgens de Stalker en zij lopen groot gevaar als ze zijn aanwijzingen niet opvolgen. De keren dat ze hem niet gehoorzamen, gebeurt er echter niets.
Deze keer viel me vooral de scène op waarin Stalker uitgeput is teruggekeerd uit de Zone en zich, naast de zwarte hond die met hen meegekomen is, uitstrekt op de houten vloer in zijn slaapkamer. Hij beklaagt zich tegenover zijn vrouw over zijn cynische reisgenoten, over de lege blik in hun ogen, over wat zij zijn ‘kwijtgeraakt’; geeft af op de ‘intellectuelen’ die het vermogen niet meer hebben om te geloven. Dan zoomt de camera uit en zien we de wand links van het bed, een deel van de slaapkamer dat we nog niet eerder hebben gezien. Die wand blijkt volledig bedekt met boekenkasten.