De dag erna liepen we met F., de vader van N., de lange portico door naar de Basilica di San Luca, een wandeling die bij een bezoek aan Bologna hoort. F., 84 jaar oud, kijkt vanuit zijn huis uit op de gaanderij met de 666 bogen en gaat iedere week een keer naar boven, vanwaar je uitzicht hebt over de stad. Onderweg wees hij ons al van alles aan: de school waar zijn zoons op zaten, het stadion (ooit geopend in aanwezigheid van Mussolini, waaraan F. toevoegde: ‘Ik ben geboren in het tijdperk van Mussolini, en ga waarschijnlijk dood in het tijdperk van Berlusconi… dat is toch om je door je kop te schieten?’); het ziekenhuis, waarin vorig jaar zijn broer overleed; de begraafplaats.
F. rijdt geen auto meer, maar neemt zelden de bus; hij doet vrijwel alles te voet – en moet daardoor flinke afstanden afleggen. Maar hij geniet ervan, want ook al heeft hij zijn hele leven al in de stad gewoond, hij ontdekt nog steeds nieuwe steegjes en straatjes.
We spraken over het met bomen en tuinen omgeven pad bij San Luca dat niet door de portico loopt, maar aan de andere flank van de heuvel. Het is met een hek afgesloten en voorbehouden aan de orde van Jezuïeten. De broeders gebruiken dergelijke ommegangen in de nabijheid van de kloosters als ‘via contemplativa’ en overdenken er hun geloof, en hun zonden. Het bestijgen van de gaanderij naar San Luca heeft voor sommigen ook een dergelijke contemplatieve functie, als een korte pelgrimage, al is het maar door de inspanning samen met je geliefde te doen.
We zagen die middag vooral hardlopers, die de treden en het hellingspercentage niet zozeer als religieuze stadia zagen, maar veeleer als stappen in hun trainingsprogramma. De ommegangen van de kloosterlingen komen overeen met de wandelingen van F. door de stad, al hebben die een seculier karakter, en ze lijken ook op de mijne. Stadspelgrimages zijn ook een vorm van meditatie, en hebben niet zozeer een doel als wel een waarde. Of het nu onontdekte straatjes achteraf zijn, grafitti of de ontdekking van fenomenen in de mode (alle Italiaanse mannen dragen deze winter dezelfde glimmende Michelinman-achtige jas; het nieuwste aanbod in de bars is ‘espresso met ginseng’); we vinden altijd wel iets op onze weg, en altijd ‘food for thought’. Bologna is bovendien een stad die je niet anders kan leren kennen dan door er eindeloos doorheen te blijven lopen, door de al even eindeloze hoeveelheid portici: de stad heeft geen onvermijdelijke, uitgesproken ‘bezienswaardigheden’, geeft zichzelf niet meteen prijs.
We vroegen F. naar zijn beleving van religie. Die had door de opkomst van het Italiaanse fascisme (gedoogd en gesteund door de kerk), vanzelfsprekend nogal een kwalijke reuk gekregen tijdens zijn leven. Maar hij was nu een boek aan het lezen dat Ik en God getiteld was, en bezig met een soort zoektocht. Hij vroeg zich, kort gezegd, af of God bestond. De antwoorden op die vraag bevredigden hem vooralsnog echter niet.
Volgende week maar weer de stad in, en opnieuw naar San Luca. Ik wou dat we er vaker bij konden zijn.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.