Vanaf de eerste rij had ik zicht op de nieuwe, zwarte, glimmend gepoetste herenschoenen van de jonge musici. Om mij heen sloten de mensen hun ogen om de tonen geconcentreerd tot zich te nemen. Gratis, midden op de dag, want dit was een lunchpauzeconcert. Ik moest aan Jan Arends denken en observeerde de rituelen van het klassieke concert. Wat me maar niet los wilde laten, was de gedachte dat de overhemden die de muzikanten droegen, net als hun broeken en schoenen, een maat te groot waren, misschien wel twee – gemaakt voor iemand van een andere leeftijd. De speelse muziek, geschreven door een al even jonge componist, klonk daarentegen uitermate volwassen. Precies, op maat.