Ik heb hem weer op de kalender gezet vandaag, Luigi. Luigi Pirandello, de Italiaanse schrijver die vandaag, honderdvijftig jaar geleden, werd geboren. Wereldwijd maken culturele instellingen, wetenschappers, toneelspelers en andere liefhebbers van 2017 een feestelijk herdenkingsjaar, dat nog tot in december voortduurt.
Ik heb zelf jarenlang een Pirandello-dag gehouden op 28 juni, maar de klad zat er een beetje in. Tot vandaag. Voor mij is hij namelijk een van mijn grote literaire ‘helden’ (al gebruikte ik hier liever het Italiaanse woord ‘mito’ dat beter aanduidt wat ik bedoel). Luigi Pirandello werd in 1867 geboren in Agrigento (Sicilië) en stierf in Rome op 10 december 1936. In 1934 kreeg hij de Nobelprijs voor de literatuur voor een oeuvre dat bestaat uit toneelstukken, romans en de Novelle per un anno – een verzameling korte novelles, een voor elke dag van het jaar. Hij kreeg dit project helaas niet af, maar schreef er toch maar liefst 241. Ze werden eerst gepubliceerd in de Corriere della Sera en later gebundeld. In Nederland verschenen ze ook, als Novellen voor een jaar.
Zijn roman Iemand, niemand, honderdduizend was voor mij levensbepalend. De filosofische kwesties van identiteit en onbevattelijke realiteit, de verhouding tussen de verteller en zijn verhaal, tussen realiteit en fictie (Zes personages op zoek naar een auteur) en zijn oog voor de oerkracht van de anekdote zijn voor mij vormend geweest.
De ambitie om voor elke dag van het jaar een novelle te schrijven verdient niets anders dan bewondering, ook al had hij kunnen voorzien dat deze onderneming onvoltooid zou blijven. Toch schuilt ook daar een zekere schoonheid in. De Novellen voor een jaar laten zien dat het ultieme verhaal een kort verhaal is. Mijn ‘polaroids van de dag’ zijn tot in hun titel schatplichtig aan het idee van de Novellen voor een jaar. Ik sta op de schouders van Pirandello. Mijn dank is groot.
‘Buon compleanno, Luigi,’ al hoor je dat vast niet meer.