Laten we nog even stilstaan bij een nieuwsflard van afgelopen week. De Chinese journalist Chen Yongzhou bekent dat hij in artikelen voor de krant Xinkuaibao het bouwbedrijf Zoomlion ten onrechte heeft beschuldigd van malversaties. Hij beweert omgekocht te zijn om die leugens te verspreiden. Wie hem betaalde, wil hij niet zeggen.
Zijn bekentenis (op camerabeelden uit een verhoorkamer) werd heel even wereldnieuws, ook in Nederland. Maar waarom precies?
In de berichtgeving werd gesuggereerd dat we hier met een nieuw fenomeen te maken hebben. Alleen; welk fenomeen dan precies? Nieuwe openheid? Of juist de erkenning dat er sprake is van corruptie en omkoping in eh… de Chinese media?
Volgens mij zagen we hier weer een brutale, exhibitionistische daad van een totalitaire staat. Een staat die zich nergens meer voor schaamt, omdat ze er als economische wereldmacht mee weg komt. Een staat die een journalist, die zegt waar het op staat, een journalist die even ontsnapt is aan de aandacht van de censuur, publiekelijk aan de schandpaal nagelt door zijn afgedwongen verklaring op televisie uit te zenden.
Het is moeilijk om helder te blijven denken bij dit soort berichten, en zeker op deze grote afstand, ik weet het. Maar waarom blijven we er met z’n allen intuinen? Omdat de economische belangen in China steeds groter worden, omdat we in de naïeve veronderstelling verkeren dat vrije handel uiteindelijk ook een vrije geest oplevert? Ik hoop het van niet. Laat mijn achterdocht in godsnaam paranoia zijn.
De krant heeft gerectificeerd en de journalist… blijft gevangen zitten. Hij heeft nu een rechtszaak van het bouwbedrijf aan zijn broek, vanwege smaad. Hij is al weer bijna uit het zicht van de Westerse media verdwenen, terwijl de aandelenkoers van Zoomlion ondertussen stijgt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.