Een van de dingen die ik het liefste doe vlak voordat ik ga slapen, is ‘romanproblemen oplossen’. Ik sluit alvast mijn ogen en laat de dag en al de daarbij horende gedachten los, maar ik slaap nog niet. Ik verzet me ook niet tegen de slaap, ik laat haar zachtjes binnensluipen. In de tussentijd opent zich dan namelijk een heerlijke tijd-ruimte waarin sommige problemen die ik tijdens het schrijven tegen ben gekomen, eenvoudiger op te lossen blijken. Ik dwaal door de verhalen die ooit samen een geheel moeten vormen en ga op zoek naar de obstakels die er nog zijn. Ik verander hier en daar de volgorde van mijn hoofdstukken; bedenk karaktertrekken, voorgeschiedenis, beweegredenen of juist vertragende vertwijfeling voor mijn personages; ik verplaats me van de ene naar de andere scène. Ik dagdroom dwars door de verzonnen tijd en door mij verzonnen werkelijkheid totdat ik weet hoe ik de volgende dag weer verder moet. Vlak voor het vallen van de nacht, in het voorportaal van de echte droom.
Polaroid van de dag
Politiek
De jonge aanstormende politicus woont bij mij in de buurt. We kenden elkaar al en dus kon ik hem thuis aan zijn keukentafel interviewen. Dag in dag uit is hij nu bezig zich voor te bereiden op de verkiezingen. Hij staat hoog op de lijst voor de Tweede Kamer en voert campagne: zoekt mensen op en deelt flyers uit, spreekt op politieke bijeenkomsten, debatteert met andere politici en is volop actief via social media. Ook ik droeg bij aan zijn publiciteit maar niet omdat ik zijn politieke standpunten deel. Ik interviewde hem om zicht te bieden op het Kamerlidmaatschap als carrièreperspectief voor geëngageerde jonge mensen. Maar ondertussen sijpelden zijn politieke standpunten natuurlijk wel ons gesprek binnen.
Op bepaalde momenten begon hij een ander soort taalgebruik te hanteren, werden zijn woorden van extra gewicht of schwung voorzien. Dat klonk opvallend goed, maar ik hoorde er ook de echo van de partijideologie in door, en vooral: de retoriek. Misschien deed hij het doelbewust en overtuigd, maar het kon evengoed zijn dat hij het zelf allang niet meer doorhad. Allergisch als ik ben voor neurolinguïstisch programmeren begon er achter in mijn hoofd echter een rood lampje te knipperen: ‘Opletten nu! Trojaanse paarden in aantocht!’
Politiek gezien ben ik het duidelijk niet met hem eens, maar als persoon is hij mij sympathiek. Zijn gedrevenheid en optimisme over wat hij de komende jaren in het parlement wil gaan doen, vind ik oprecht bewonderenswaardig.
Ik heb zelf geen talent voor de politiek maar ik vind het wel een interessant werkveld, precies vanwege de verwarrende verwevenheid van politieke standpunten, welbespraaktheid (of niet) en de persoonlijke indruk die iemand maakt.
Ik kon die verwarring tijdens het interview aan den lijve ervaren. Op het moment dat hij doordraafde op zijn Trojaanse paard en mij van zijn geheel eigen logica probeerde te overtuigen, werd ik me weer bewust van mijn eigen opvattingen. Eigenlijk doen al die argumenten of debatten er niet toe, dacht ik. De wegen scheiden zich al bij het mensbeeld waarmee we beginnen – waar dat ook vandaan komt. Het zijn onze aannames en vooroordelen die ons verdelen.
De jonge politicus nam nu vrijwel iedere avond deel aan debatten, zei hij. Een van die avonden sprong eruit; de avond van het ‘Grote Niet Debat’ waarbij de deelnemers niet zozeer in debat als wel op zoek naar de dialoog zouden gaan. Een prachtig idee; ik zou willen dat ik het zelf had bedacht.
Twintig jaar later…
Uitgelezen 82
‘Gelukkig? Moeilijk te zeggen. Ben stil, kan soms luid lachen. Achter die vrolijkheid? Blijft zware, innerlijke tweestrijd verborgen? Tweestrijd waartussen? Nauwelijks na te gaan. Geneigd tot diepzinnige overpeinzingen, zwaarmoedige buien, keuzes. Probleem dieper geworteld?
Vriend, vertel het volgende (enkele keer iets blootgeven): wil en zal de weg naar bron vinden, die maar weinige vinden. Duurt misschien me hele leven, of langer. Zal vele offers kosten.
Welke bron? Is er maar 1: overal en nergens. Hier is weg erheen: we lopen erover, lichtjaren ver. Gelukkig: dicht bij de bron. Wat geluk? Wie bepaalt? God? Toevlucht voor wezels.
Voel, dat ik op goeie weg (naar bron) ben. Monnikewerk, weken geen vrouw, vriend, levend wezen. Alleen, reis ver. Vlieg, zweef, moeten nog geschapen worden. Naamloze, gevaarloze stilte.
Uiteenspattende ster, baan te buiten gegaan. In licht, dat ogen van stervelingen nauwelijks kunnen verdragen, groeit vrouwengedaante. Niet blond, niet zwart. Kan haar niet meer beschrijven. Geen kenmerkende eigenschappen. Neutrale schoonheid, volmaakt? Zodra vergeleken kan worden, geen sprake van volmaaktheid.
Ik, ongelukkige, kom in de ban van vrouw. Brengt wanorde, volg verblind, via zijweg, steeds moeilijker begaanbaar. Tocht zwaardere, meer begeerte. Geraak in verstikkend moeras. Omstrengeld door wieren, parasieten, gigantische plant, vrouwelijk, vleesetend.
Vrouw al lang verdwenen. Slaak nog kreet van verlangen. Niemand hoort me? Zwarte druiven, opgenomen, teruggevoerd: waar reis begon. Leeg, kreupel. Eer weer op weg (naar bron)…
Zonderling verhaal? Bewust of onbewust: ons aller streven.’
[Vaandrager, De reus van Rotterdam, p. 130-131.]
In de Rotterdam
Marter #2
Ik ging naar Rotterdam om de marter te zien. Nadat ik in de krant een artikel over het geëlektrocuteerde dier gelezen had, moest ik er heen. De steenmarter lag in het (overigens prachtige) Natuurhistorisch Museum bij de ‘Dode dieren met een verhaal’ om precies te zijn.
Daar lag ook de eend die, nadat hij tegen een ruit van het museum gevlogen was en dood neerviel, slachtoffer werd van een necro-homoseksuele aanranding. Voor deze eend wordt jaarlijks de zogenaamde ‘Dead Duck Day’ georganiseerd. Ieder jaar op 5 juni, precies om 17.55 uur (toen de eend tegen het glas te pletter sloeg) komt oorspronkelijke vinder Kees Moeliker met de geconserveerde eend naar buiten en staat hij kort stil bij diens tragische lot. Daarna vertelt hij wat wetenschappelijke nieuwtjes over opmerkelijk diergedrag (met een relatie tot de eend) en worden er ideeën uitgewisseld met de bezoekers over het voorkomen van vogelaanvaringen tegen glas. Een ander vast onderdeel is het voorlezen van een speciale ‘Dead Duck Day Message’ van een vooraanstaande onderzoeker of ‘science writer’. Na afloop wordt een zesgangen-eendenmenu gegeten bij Restaurant Tai Wu te Rotterdam.
Juist.
De dode steenmarter, ‘Marter #2’ gedoopt, is de marter die nog niet zo lang geleden de enorme deeltjesversneller van CERN in Genève platgelegd heeft, door kortsluiting te veroorzaken. Marter #1 deed hetzelfde maar was al in een Zwitserse kliko beland voordat de verzamelaars uit Rotterdam er hun handen op hadden kunnen leggen.
Die deeltjesversneller in Genève is een merkwaardige installatie die met veel geheimzinnigheid omgeven is. Ik zal er wel te weinig van begrijpen maar overtuigend, tastbaar bewijs van het belang van deze gigantische en bijzonder kostbare installatie is er voor de leek nauwelijks. Desondanks wordt de volgebouwde ondergrondse tunnel van zo’n 27 kilometer in omtrek hoog aangeslagen in de wetenschap. En ook: zeer goed bewaakt. Toen ik in augustus 2011 mijn goede vriend L. in Genève opzocht, passeerden we tijdens een van onze wandelingen continu hoge hekken en andere obstakels die pottenkijkers en saboteurs weg moesten houden van het terrein. Hekken, heuvels en camera’s verspreid over een gebied van 27 kilometer.
Het schijnbare belang van deze plek bracht me in herinnering dat S. en ik voor ons werk eens een bijeenkomst hadden georganiseerd waarvoor zich op het laatste nog een aantal gasten afmeldden. De wonderlijkste afzegging hebben we nog jaren op ons prikbord laten hangen maar we kennen hem tot op de dag van vandaag uit ons hoofd: ‘Helaas kunnen we niet aanwezig zijn want we hebben onverwacht meettijd gekregen op de synchroton. En dat gaat, zoals je begrijpt, natuurlijk voor.’
Misschien is de ironie wel dat ik eigenlijk heel nieuwsgierig ben naar die plek die met zoveel geheimzinnigheid omgeven is, maar dat ik tegelijkertijd vermoed dat er eigenlijk helemaal niks gebeurt dat een naam mag hebben. Precies daarom ging ik, vlak voor sluitingstijd van het museum, nog even op bezoek bij Marter #2. Om hem te bedanken.