Tien jaar geleden stierf de Vlaamse schrijver Jean-Marie Berckmans (1953-2008). Dit jaar verscheen zijn biografie, Schrijven in de Grauwzone van Chris Ceustermans, waardoor we getuige kunnen zijn van het korte leven van de als ‘J.M.H. Berckmans’ bekend staande auteur. Hij liet ons achter met alleen nog zijn boeken – ook al zijn die nauwelijks meer vindbaar.
Berckmans is een van mijn vele literaire helden. Ik bezocht zijn graf met het steenkool erop, op het Antwerpse Schoonselhof niet lang na zijn dood. Het was bloedheet die dag en ik had onderweg, tijdens een kleine bedevaart langs de mij bekende adressen waar hij had gewoond, als laatste de Lange Batterijstraat, bijna een zonnesteek opgelopen. Het koude zweet en mijn duizelingen stonden natuurlijk niet in verhouding tot de ontberingen van Berckmans in de laatste jaren van zijn leven maar leken op de een of andere manier toch niet voor niets te zijn.
Schrijven in de Grauwzone schetst zijn destructieve, tot mislukken en de marges gedoemde bestaan. Berckmans was een zeer intelligente maar kwetsbare, ten diepste onzekere ziel die uiteindelijk geknakt en gebutst en verschroeid werd door het harde bestaan en zijn eigen psychische gesteldheid. Een gevoelige ziel met naargeestige trekken en een aanleg voor psychoses die zich wilde verdoven – met uiteindelijk de totale vervuiling, het delirium en de zelfdestructie tot gevolg.
Hoe moet je Berckmans’ geweldige – toegegeven: soms ook wat flauwe – werk anderzijds typeren voor iemand die nog nooit iets van hem gelezen heeft? Hij is enorm belezen en banaal tegelijk. Geobsedeerd door muziek, pijnlijke menselijke verhoudingen, onbereikbare vrouwen, uitwerpselen, dronkenschap en eenzaamheid. Complotdenker en mateloos romanticus. Op zijn best in lyrisch proza dat kan uitmonden in een gebed, een visioen, een scheldkanonnade of een litanie – steeds van brandstof voorzien door drank, drugs, jazz of de effecten van zijn wankele psychische gesteldheid. Deprimerend, fatalistisch, soms ook volkomen onbegrijpelijk, kinderachtig en karikaturaal. Zwart romantisch, grenzend aan de psychose, de paranoia – en daar soms overheen. Dan weer kaal en ontnuchterend, en de eenzaamheid uitschreeuwend. Maar steeds: grenzeloos rijk van taal.
‘Goede Kamiel,
Vanavond 28/9 (het zal nu iets van een half zeven zijn en het begint al te donkeren, het winteruur is pas in voege en m’n slapen en m’n waken is daardoor ontregeld, zoals dat twee keer per jaar gebeurt, al zit er sowieso geen orde of geen regelmaat meer in m’n nachtrust of, meestal, m’n dagrust, ik werk ’s nachts en slaap overdag, zorg dat ik hoe dan ook zo nu en dan aan wat te vreten kom en leef maar raak), vanavond en misschien ook nog vannacht, want ’s nachts verzachten m’n gedachten en worden ze iets minder bitter, wil ik intiem met je spreken over de dingen die erg zijn. En met z’n honderdduizenden, zodat het onmogelijk is om er een top tien of een top twintig of een top vijftig of zelfs maar een top honderd van aan te leggen. Al bleek ik eertijds erg goed in dat soort dingen en legde ik wel eens hitparades aan van alles en nog wat, graden van geluk en ongeluk, de terminaliteit van de liefdeloosheid, verveling, tegen de muren op kruipen, halve zottigheid, waanzin, laddertjes van zattigheid, in de wind, beschonken, ladderzat, straalbezopen, strontlazarus. Het laatste overkomt me, tussen haakjes, meer en meer. Niet dat het nog wat uitmaakt, de beste en de bruikbaarste visioenen komen vlak voor het delirium.’
[Uit ‘Klein traktaat over de dingen die erg zijn’, in J.M.H. Berckmans, Bericht uit Klein Konstantinopel, p. 106.]
Je ziet hem zitten aan de tafel in zijn duister hol achter de gesloten rolluiken in de Lange Batterijstraat, met ‘Angst’ en ‘Broekschijterij’ in koeienletters op de muur gekalkt. Een oeuvre als een lange brief.
Nu wil ik Berckmans gaan herlezen, en ook eindelijk alles lezen. Zoals biograaf Ceustermans echter opmerkt: de meesten van ons moeten daarvoor wachten op de heruitgave van het complete werk. Wat zou het prachtig zijn om dat in handen te kunnen houden. Dus beste uitgevers: doe het! Verzamel, bundel en bezorg deze brief aan ons, de lezers!