Polaroid van de dag
Veelgestelde vragen aan de schrijver 2
Heb je al plannen voor een nieuw boek?
‘Zeker, al wil ik er niet teveel over zeggen. De keren dat ik dat al wel deed, was vooral onbegrip mijn deel. Misschien omdat ik zelf nog niet precies weet hoe het boek eruit gaat zien, behalve dat het non-fictie wordt. De mensen die ik er over vertelde leken of niet te begrijpen waarom ik nu juist het onderwerp kies dat ik gekozen heb, of kunnen slecht leven met de onzekerheid over de uitkomst van mijn essay – in alle betekenissen van dat woord. Er is altijd risico dat het mislukt, maar ik zie het vooral als een avontuur. Het is tegelijkertijd een zelfonderzoek: waarom wil ik eigenlijk over dit onderwerp schrijven? Vanzelfsprekend zou ik niet willen dat deze onderneming tevergeefs is, maar dat is niet te voorspellen. In mijn nieuwe boek speelt een onafgemaakt project van iemand anders een grote rol. Misschien is dat de goden verzoeken, misschien was het dat wat de mensen aan het twijfelen bracht. Maar laat ik hier iedereen gerust stellen: ik zal het risico spreiden en een tweesporenbeleid voeren. Ik ga dit spannende non-fictieproject doen maar ben tegelijkertijd een nieuwe roman aan het opzetten. In het beste geval komen ze allebei tot een goed einde.’
Veelgestelde vragen aan de schrijver 1
Hoe is het met je boek?
‘Goeie vraag. Het was in 2005 dat mijn vorige boek verscheen, De zin van alle boeken (2008) even niet meegeteld. Dat is inderdaad lang geleden. Ik doe over het algemeen een aantal jaar over het schrijven van een roman en na Een man als Oblomov heb ik vier jaar gewerkt aan een boek dat ik uiteindelijk niet afgemaakt heb – omdat het me dwars zat, omdat het me mijn schrijfplezier ontnam. Ik ben opnieuw begonnen, met een ander boek. Maar goed, dan ben je dus meteen weer drie, vier jaar verder. Deze roman heeft dit jaar een eindstadium bereikt. Ik heb een eerste versie ingeleverd in februari, een tweede in augustus van dit jaar. Met mijn redacteur ben ik nu nog in gesprek over het manuscript. Sterker nog: komende week gaan we daarover verder praten. Ik verwacht dat het in 2014 kan verschijnen. Er is ondertussen echter veel veranderd in de boekenbranche en ook ik heb dus te maken met de dwangneurose van het marktdenken.
Het is nu zestien jaar na mijn debuut. Destijds werd ik op een literatuurfeest aangekondigd als ‘de onbekendste schrijver van Utrecht’ en eigenlijk ben ik dat nog steeds. Ik beschouw het steeds meer als een geuzennaam.’
Uithoudingsvermogen
In de almaar voortdurende serie voor onbepaalde tijd over mijn wekelijkse zwembadbezoek, vandaag deel zoveel. Ik kwam P. tegen die net als ik, tegen de bijverschijnselen van de leeftijd en ons zittende beroep in zwemt. Daarnaast wilde hij het herstel van zijn gebroken voet verder bestendigen. Ik had hem in het water niet gezien, maar daar mijn gedachten al laten gaan over het gevoel van plicht dat zovele recreatieve zwemmers bezighoudt. Ik weet van meer mensen dat ze zwemmen omdat het moet, niet omdat ze het zo graag willen.
In mijn hoofd is er, zoals misschien al eerder vermeld, tijdens het zwemmen een innerlijke strijd gaande; ga ik mijn baantjes tellen en zo ja, ga ik de zestig vol maken? Of kijk ik naar de tijd die ik in het water lig en die correspondeert met dat aantal? Ik denk in ieder geval in mijn opdracht, en in limieten. Het zwemmen staat op gespannen voet met de signalen die mijn lijf geeft; het begint al te een keer te steken in de rug, te knarsen in een knieholte en te krampen in de kuit bij twintig baantjes, en nog een keer bij 35. Als ik dan zou stoppen, dan zou ik mijn oren laten hangen naar de angst, niet vertrouwen op de mogelijkheden om de grenzen van mijn lichaam te verleggen. Tegelijkertijd wil ik geen minuut te lang in het water liggen want ik heb zinniger dingen te doen voor mijn gevoel. Het wekelijkse zwemritueel is een alledaagse vorm van masochisme, en ik deel dat ongetwijfeld met andere zwemmers. In het bad is een permanent, onuitgesproken gevecht gaande, dat hooguit verlicht wordt door het gezelschap. Uithoudingsvermogen, dat is waar het om draait. P. en ik feliciteerden onszelf met de inspanning op onze vrije woensdag. Ons bloed stroomt weer.