Efterklang in The ghost of Piramida
Polaroid van de dag
Uitgelezen 39
‘”Oh wait. One more thing. I should explain message hierarchy. Shit. I almost forgot message hierarchy. Dan would kill me. Okay, so you know that your first-screen CE responsibilities are paramount. We have to serve our customers with our full attention and our full hearts. So that’s understood.”
“It is.”
“On your second screen, you might get messages from Dan and Jared, or Annie, or anyone directly supervising your work. Those messages inform the minute-to-minute quality of your service. So that would be your second priority. Clear?”
“Clear.”
“The third screen is your social, Inner- and OuterCircle. But these messages aren’t, like, superfluous. They’re just as important as any other messages, but are prioritized third. And sometimes they’re urgent. Keep an eye on the InnerCircle feed in particular, because that’s where you’ll hear about staff meetings, mandatory gatherings, and any breaking news. If there’s a Circle notice that’s really pressing, that’ll be marked in orange. Something extremely urgent will prompt a message on your phone, too. You keep that in view?” Mae nodded at her phone, resting just below the screens on her desk. “Good,” Gina said. “So those are the priorities, with your fourth priority your own OuterCircle participation. Which is just as important as anything else, because we value your work-life balance, you know, the calibration between your online life here at the company and outside it. I hope that’s clear. Is it?”
“It is.”
“Good. So I think you’re all set. Any questions?”
[Dave Eggers, The Circle, p. 99-100.]
Nr. 1000
Dit is mijn duizendste Polaroid van de dag. Is dat een reden om feest te vieren? Ik weet het niet. In ieder geval heb ik relatief lang nagedacht over een passend onderwerp voor dit bericht. Ik kon over het begin schrijven, in 2008, iets meer dan vier jaar geleden nu. Ik kon terugkijken op de aanleiding, de oorsprong, op hoogte- en dieptepunten. Ik kon voor de Polaroids goede voornemens maken of naar analogie van vriend JWL anderen uitnodigen om een bericht aan mij terug te schrijven. Ik kon ook iets over het getal 1000 zeggen – eh, ja, zou ik dat echt kunnen? Een getal betekent op zichzelf niets.
Ik had ook, hier en nu, kunnen ophouden; alle duizend Polaroids kunnen bundelen, afdrukken en in de kast zetten, en mezelf weer kunnen terugtrekken in de anonimiteit na deze laatste blijk van egocentrisme.
Maar ik ga door, zal hooguit stoppen met tellen. Ik ga verder met dit bijna dagelijkse bewijs van mijn bestaan – omdat ik niet anders wil, niet anders kan, mezelf anders ook niet ken.
Woensdag vertelde ik aan de kinderen dat ik twintig jaar geleden iedere dag in mijn dagboek beschreef. Soms schreef ik een hele dag, omdat ik met de beschrijvingen drie weken achterliep en vond dat echt iedere dag beschreven moest worden. De kleine F. maakte van die dagen meteen een treffende karikatuur. Want hoe moest je de schrijfdagen dan weer beschrijven in je dagboek? ‘Ik schrijf ik schrijf ik schrijf ik schrijf…’. Inderdaad.
Wiels
Een van de mooie, hoopgevende fenomenen van Brussel, was centrum voor hedendaagse kunst Wiels, gevestigd in de voormalige bierbrouwerij Wielemans-Ceuppens. Het gebouw is prachtig opgeknapt en opengewerkt, waardoor je het gevoel hebt middenin de wijk te zitten als je er tussen de enorme bierketels aan het lunchen bent.
In de vier verdiepingen boven de brouwzaal zijn aangename, lichte tentoonstellingszalen gemaakt, waarin je soms de oorspronkelijke industriële functie nog herkent. We gingen er de ‘excrementensculpturen’ van Petrit Halilaj bekijken, wiens naam we maanden geleden genoteerd hadden na een indrukwekkende uitzending van de Canvasconnectie.
Wiels lijkt een artistieke oase middenin een culturele woestijn, heeft naar eigen zeggen echter alleen bestaansrecht doordat het vanaf het begin de verbinding met de mensen in de achterstandswijken eromheen heeft gezocht. Maar is dat geniale branding of excuusmarketing? Laat ik er voor deze keer eens van uitgaan dat het een oprecht, goed concept is. In ieder geval is deze cultuurtempel een waardige vervanging van een rottende industriële kies geworden. Samen met ZimmerFrei heeft Wiels een bundeling gemaakt van zeven wandeling/audiotours, waarin buurtbewoners vertellen over het leven in de buurt van de brouwerij. Over de periode dat er nog bier gebrouwen werd, over de periode van verval en leegstand erna en over de wijk nu. Wiels is, kortom, een mooi verhaal. En op loopafstand van Bruxelles-Midi.
Fatale stad
De eerste dagen van het nieuwe jaar struinden we door de Brusselse wijk St. Gillis en omstreken. Sindsdien probeer ik van mijn indrukken chocola te maken, of ‘choco’ als u wilt.
Brussel blijft voor mij nog altijd een gesloten stad, hoe intens aanwezig ik er alle voorgaande keren ook was. Nu viel de stad me weer niet mee. Natuurlijk waren op 1 januari de meeste winkels en restaurants gesloten en ook de dag erna kwam het leven maar langzaam op gang. Er trok zware bewolking over de daken, en de zon streek maar af en toe langs de donkere gevels. Maar Brussel oogde sowieso vermoeid, maakte een haveloze, versleten indruk, alsof ze voorover gevallen was. De stad ademde nog, maar leek bewusteloos.
Hier en daar fonkelde hoop, vonkte de energie van de jongeren, en we moesten regelmatig glimlachen om het typisch Belgische, alledaagse surrealisme. Een enkele keer stuitten we zelfs op iets moois, waarvan we hoopten dat het kans van slagen zou hebben. Maar ik zag dit keer toch vooral de troosteloosheid, de leegte in het altijd maar doorgaan, alleen omdat een einde eraan maken nog moeilijker is.
Brussel leek een havenstad op het droge. Een stad die zuchtte onder zijn eigen geschiedenis, moe was van de permanente spanning tussen patserige rijkdom en onoplosbare armoede, tussen haat en onverschilligheid. Een stad van immigranten die hetzij in pompeuze residenties, hetzij in grauwe flats en portiekwoningen huisden – afhankelijk van hun economische status. Schouder aan schouder met Art Déco panden zagen we huizen met gebarsten ramen. In de buurt van protserige winkelstraten voor de gegoede klassen stonden ook de woningen van eenzelvigen die zich achter stapels dozen en gore vitrage hadden teruggetrokken. En in sommige straten waar vooral de slecht onderhouden huizen voor arme immigranten stonden, zagen we de bekende grote, vierkanten gestreepte tassen met kleren en speelgoed buiten gezet staan, aan hun lot overgelaten als de mensen zelf.
Brussel maakte vooral een fatalistische indruk. Maar goed, als je hard doorrijdt in je SUV, zie je er niks van.