Ik zou graag een formule vinden voor het fenomeen dat ik moeilijk anders dan met voorbeelden kan omschrijven, maar dat het transformerende effect is van toename in omvang. Ik doel dan bijvoorbeeld op het verschijnsel dat het bezoeken van een bandje in een kleine club leuk is, maar ineens veel minder als die band ontzettend populair wordt en je naar een voetbalstadion moet om de muzikanten te zien. Een feestje met onbekenden kan leuk zijn, zolang het er niet teveel zijn. Een evenement organiseren voor honderd mensen hoeft geen probleem te zijn, maar wordt veel complexer als er figuren tussen zitten die beveiligd worden of in hun kielzog de nationale pers meenemen. Beledigingen kun je lang ironisch of gelaten over je heen laten komen, maar soms is ineens de grens bereikt, en dan ook volkomen. Het lijken misschien onvergelijkbare zaken, maar ieder van deze fenomenen kent plotseling een omslagpunt. De kunst is te beseffen dat het bestaat – en daarnaar te handelen. Want beschaving bestaat vaak maar tot aan het omslagpunt. Voorbij dat punt kom je op het terrein van massa en macht, om met Elias Canetti te spreken. Voorbij het omslagpunt gelden doorgaans de wetten van de natuur; daar heersen opinies, overlevingsdrang en het recht van de sterkste of degene met grootste muil. Daar worden ‘vakanties van de moraal’ genomen. Met de toename van de massa gaat een exponentiële toename van energie gepaard, er komen krachten vrij die onbeheersbaar, onbeheerst en onbeschaafd zijn – tenzij je gelooft in het heilzame effect van juridische haarkloverij of autoritaire repressie. Ik zie meer in het bewaken van de toename van massa, in welke vorm dan ook – tot vlak voor het omslagpunt, in het blijven hanteren van een echt menselijke maat.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.