Omdat ik op zoek ga naar een nieuwe uitgeverij voor mijn roman, was ik van plan een soort omslagtekst te schrijven. Het samenvatten van een boek is natuurlijk een hachelijke, welbeschouwd een belachelijke klus. Ik moest dan ook meteen denken aan de tijd dat ik voor een uitgeverij in grootletterboeken werkte, die literatuur uitgaf voor slechtzienden. Dat waren heruitgaven in 18pts lettertype van romans en verhalen die elders waren verschenen, vaak bekende titels als Mystiek lichaam (Kellendonk), De vriendschap (Palmen) of Het periodieke systeem (Levi). De zakelijke deal die hiervoor afgesloten was met de uitgeverijen van deze boeken was nogal zuinig geweest. Daardoor konden we niet beschikten over de digitale tekstbestanden van de boeken. Paperbackuitgaven van deze boeken werden uit elkaar gehaald en bladzijde voor bladzijde onder de scanner gelegd. Met behulp van speciale software werden de scans vervolgens omgezet in een tekstbestand. Het grootste werk bestond eruit dat de vrijwillige correctoren en wij, de eindredacteuren, fouten uit de tekst haalden die er als gevolg van de beperkte kwaliteit van de tekstherkenningssoftware in waren geslopen. Het was toen 1995, even voor de duidelijkheid.
Daarna maakten we de boekbladzijden opnieuw op in een vrije regelval, waarvoor ik dagenlang bezig was in het zogenaamde ‘afbreekgebied’ van de zinnen (en sindsdien een adelaarsblik voor woordafbrekingen heb). En ten slotte schreven we een nieuwe omslagtekst. Die stelden we samen op basis van de omslagtekst van het originele boek, de samenvattingen die de landelijke bibliotheekdienst van het boek gemaakt had en, een enkele keer, het begeleidende schrijven van de correctoren. Het was daarbij zaak de zinnen van de originele omslagtekst niet al te letterlijk over te nemen en te proberen om woorden als ‘intrigerend’, ‘boeiend’, ‘spannend’ en ‘meeslepend’ te vermijden. Anderzijds moest de tekst natuurlijk wel wervend zijn en recht doen aan de inhoud – ook al hadden we het boek zelf niet gelezen. De laatste complicerende factor was de omvang van de tekst. Als ik het me goed herinner, mocht die maximaal uit 75 woorden bestaan die in een daarvoor bestemd vakje in het ontwerp moest passen. Wat je noemt: een uitdaging. Alle mogelijkheden die ons binnen deze beperkingen overbleven, hebben me er destijds van overtuigd dat je na het lezen van een omslagtekst eigenlijk niets weet.
Goed… dan ga ik er nu maar eens aan beginnen.