Op een van de eerste dagen dat we in Rome waren, zag ik ‘nulla ha fine’ op een muur gespoten staan, wat zoveel betekent als ‘niets heeft een einde’. Aangezien ik iedere goede graffititekst serieus neem, speelde de dagen daarna de tweeslachtige betekenis van deze filosofische stelling door mijn gedachten. Dat niets een einde heeft kan een troostrijke gedachte zijn, maar dat aan niets ooit een einde komt, is evengoed een verontrustend besef. Wat zou de betekenis zijn die de schrijver voor ogen had? Is de eeuwigheid iets om naar te verlangen?
Als je op afbeeldingen van deze tekst googelt, kom je uit bij een tag op een van de kademuren langs de Tiber. Die doet vermoeden dat de stelling van drie woorden een samenvatting is. ‘Come il fiume che scorre nulla ha fine’ staat er, ‘Zoals de stromende rivier heeft niets een einde’. Het water van de rivier stroomt naar zee, verdampt en valt neer als regen of sneeuw – wordt uiteindelijk weer water, in een rivier. Ook al heeft iets ogenschijnlijk een einde, het kan terugkeren en opnieuw beginnen, zij het in een andere gedaante. De metamorfose staat garant voor de eeuwigheid, ondanks de schijn van de verstrijkende tijd.
‘Nulla ha fine’. Rome, in drie woorden.