Het meest opvallende aan de Achievers Night vorige week was toch wel dat een groot deel van de schrijvers zijn verhaal voorlas vanaf het display van een telefoon. Ik kreeg de indruk dat zij hun ‘tekst’ (het mocht ogenschijnlijk geen literatuur genoemd worden, en dat was maar goed ook) ook op die telefoons geschreven hadden, tussendoor, ergens in een café of thuis, onderuitgezakt op de bank, met een hand in de broek of op het been van een lekker chickie. De voordrachten maakten daardoor een praktische en vooral nogal nonchalante indruk.
‘Is that a gun, or are you just happy to see me?’
‘They’re short stories, on my telephone.’
De verhalen waren weelderige woordbreisels; grappig of grof bedoelde anekdotes, opzichtig geschreven met de lust tot shockeren of amuseren – puur op spektakel gericht. Kreten van de apenrots, Er was niets verontrustends aan, al was het maar omdat er niets aan de verbeelding werd overgelaten, en we al helemaal niet hoefden na te denken.
Tekst – zo vluchtig als vislucht.
Tekst – zo diep als een duinpan.
Tekst – zo lekker als een snack.
Op die manier.
Moest dit per se geschreven worden? In de kroeg misschien, omdat het als poepen kwam opzetten misschien. Maar om dat urgentie te noemen… Er werd wel veel gelachen in de zaal. Misschien is dat waar het om gaat, omdat het allemaal wel leuk moet blijven natuurlijk, en je niet met vragen moet blijven zitten. Ik begon bijna te twijfelen aan mijn eigen opvatting van de literatuur, die allesbehalve om onverschilligheid draait. Toch besloot ik dat ik over deze ‘tekst’ best mijn schouders kon ophalen. En bovendien: ik had al weer trek.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.