Doordat ik de Polaroid van de dag als ‘genre’ heb gedefinieerd, doordat ik er zoveel over heb gezegd en uitgelegd de laatste tijd, blijkt het spontaan schrijven ervan ineens niet zo eenvoudig meer. Terwijl na de presentatie van het boek de eerste enthousiaste reacties binnenkomen; ik hartverwarmende foto’s krijg toegestuurd van interieurs waarin mijn boek op tafels, banken en in handen ligt en mijn kleine verhalen in de hoofden van de lezers lijken aan te komen, zou ik ongecompliceerd trots moeten zijn. Natuurlijk ben ik heel blij, al was het maar omdat de lezers misschien even met diezelfde blik om zich heen zien. Tegelijkertijd echter heb ik het gevoel dat het bewustzijn te groot geworden is, dat er ineens mensen over mijn schouders meekijken bij wat ik aan het schrijven ben.
Bedacht ik vanochtend vroeg nog een nieuwe vorm voor het project waarin ik precies dat fenomeen wil laten zien – hoe en wat de schrijver schrijft, terwijl hij aan het schrijven is – nu, vanmiddag aan tafel, krijg ik het daar alweer Spaans benauwd van. Ik zie mijzelf al zitten, omringd door nieuwsgierige en kritische lezers, terwijl mijn vingers als verlamd boven de toetsen stilhangen.
En dan slaat plotseling de twijfel toe: ben ik, vanwege de publicatie van mijn boek misschien heel enthousiast aan het doen over een werkwijze die eigenlijk zijn beste tijd voor mij alweer gehad heeft? Heb ik in die afgelopen jaren zo langzamerhand niet al ‘mijn’ onderwerpen behandeld?
Maar, eerlijk gezegd, waarover had ik deze week eigenlijk moeten schrijven? Ik ben de afgelopen zeven dagen ziek geweest en kom pas sinds twee dagen weer buiten. Over mijn koortsdromen? Over de stilte in huis omdat iedereen weg is? Over de poezen die overdags ook niets anders doen dan slapen? Ik weet het niet.
Ik wacht geduldig af. Iets willen forceren heeft zelden zin. In het schrijven al helemaal niet. Ook niet de deur uitgaan om een onderwerp te zoeken; niet de werelden omdraaien. Dan maar concluderen dat ‘niets’ het meest gebruikte woord is vandaag; dat ik even niets te vertellen heb. Dat is eerder voorgekomen.