De val in het konijnenhol, zwemmen door een tranenmeer, ongecontroleerd groeien en krimpen, het achtervolgen van een wit konijn, kennismaken met de raadsels van een haas, een hoedenmaker en een rups, een spelletje croquet spelen met een koningin en ten slotte een rechtszaak en wakker worden uit een droom. En de hele tijd: die absurde logica. Vorige week maakte ik onder grote tijdsdruk van De avonturen van Alice in Wonderland een speurtocht door het slaapstadje H. Van twaalf hoofdstukken, evenzovele ontmoetingen met dieren en een onnavolgbaar kronkelend verhaal fabriceerde ik in de avonduren een route met negen locaties, en negen letters waarvan de kinderen uiteindelijk een woord moesten maken. Mijn noeste montagearbeid werd een ware heksentoer maar tegelijkertijd ook een beschamende activiteit; hakken en snijden in de subtiele vertelling van een ander tot je hebt wat je er zelf van wilt maken. Daarbij sneuvelde menig dier onder mijn handen en werd de avontuurlijke reis van Alice een duidelijke, rechte lijn op weg naar een doel. Al doende begreep ik hoe het in de schrijffabrieken van Hollywood in zijn werk gaat.
Ondertussen ging ik helemaal op in de rol die ik voor mijzelf had bedacht. Naarmate het gekke theefeestje naderde, nam de stress toe en ging ik steeds vaker op de klok kijken. De avond tevoren bekroop mij de angst dat ik te laat zou komen met mijn versie van het verhaal. Toch was ik precies op tijd klaar. En helaas… was de speurtocht in een uurtje alweer voorbij.
Tijdens de tocht door slaapstad H. lazen Do en Do (eigenlijk: de Dodo), de Hoedenmaker, de Kolderkat, de Hertogin en het witte konijn overigens nog wel enkele fraaie passages voor uit de verse Nederlandse vertaling. Zelf hopte ik als wit konijn tijdens het honden uitlaat-uur door de groenstroken. Daarbij bespeurde ik niet slechts lichte verbazing maar ook zo nu en dan onverholen xenofobie. En dat terwijl ik toch niets dan goeds in de zin had, al droeg ik dan gekke oren, een roze zijden sjaaltje en een wit pluizig staartje.
Een van de hondeneigenaren die mij achter een boom zag staan, zei dat zij nooit iets van het verhaal begrepen had en ik knikte begripvol. Lewis Carroll doceerde filosofie aan de universiteit; logica om precies te zijn. Hij wist het: logica is absurdisme.