Ik ging naar Rotterdam om de marter te zien. Nadat ik in de krant een artikel over het geëlektrocuteerde dier gelezen had, moest ik er heen. De steenmarter lag in het (overigens prachtige) Natuurhistorisch Museum bij de ‘Dode dieren met een verhaal’ om precies te zijn.
Daar lag ook de eend die, nadat hij tegen een ruit van het museum gevlogen was en dood neerviel, slachtoffer werd van een necro-homoseksuele aanranding. Voor deze eend wordt jaarlijks de zogenaamde ‘Dead Duck Day’ georganiseerd. Ieder jaar op 5 juni, precies om 17.55 uur (toen de eend tegen het glas te pletter sloeg) komt oorspronkelijke vinder Kees Moeliker met de geconserveerde eend naar buiten en staat hij kort stil bij diens tragische lot. Daarna vertelt hij wat wetenschappelijke nieuwtjes over opmerkelijk diergedrag (met een relatie tot de eend) en worden er ideeën uitgewisseld met de bezoekers over het voorkomen van vogelaanvaringen tegen glas. Een ander vast onderdeel is het voorlezen van een speciale ‘Dead Duck Day Message’ van een vooraanstaande onderzoeker of ‘science writer’. Na afloop wordt een zesgangen-eendenmenu gegeten bij Restaurant Tai Wu te Rotterdam.
Juist.
De dode steenmarter, ‘Marter #2’ gedoopt, is de marter die nog niet zo lang geleden de enorme deeltjesversneller van CERN in Genève platgelegd heeft, door kortsluiting te veroorzaken. Marter #1 deed hetzelfde maar was al in een Zwitserse kliko beland voordat de verzamelaars uit Rotterdam er hun handen op hadden kunnen leggen.
Die deeltjesversneller in Genève is een merkwaardige installatie die met veel geheimzinnigheid omgeven is. Ik zal er wel te weinig van begrijpen maar overtuigend, tastbaar bewijs van het belang van deze gigantische en bijzonder kostbare installatie is er voor de leek nauwelijks. Desondanks wordt de volgebouwde ondergrondse tunnel van zo’n 27 kilometer in omtrek hoog aangeslagen in de wetenschap. En ook: zeer goed bewaakt. Toen ik in augustus 2011 mijn goede vriend L. in Genève opzocht, passeerden we tijdens een van onze wandelingen continu hoge hekken en andere obstakels die pottenkijkers en saboteurs weg moesten houden van het terrein. Hekken, heuvels en camera’s verspreid over een gebied van 27 kilometer.
Het schijnbare belang van deze plek bracht me in herinnering dat S. en ik voor ons werk eens een bijeenkomst hadden georganiseerd waarvoor zich op het laatste nog een aantal gasten afmeldden. De wonderlijkste afzegging hebben we nog jaren op ons prikbord laten hangen maar we kennen hem tot op de dag van vandaag uit ons hoofd: ‘Helaas kunnen we niet aanwezig zijn want we hebben onverwacht meettijd gekregen op de synchroton. En dat gaat, zoals je begrijpt, natuurlijk voor.’
Misschien is de ironie wel dat ik eigenlijk heel nieuwsgierig ben naar die plek die met zoveel geheimzinnigheid omgeven is, maar dat ik tegelijkertijd vermoed dat er eigenlijk helemaal niks gebeurt dat een naam mag hebben. Precies daarom ging ik, vlak voor sluitingstijd van het museum, nog even op bezoek bij Marter #2. Om hem te bedanken.