Een beetje scenarioschrijver is natuurlijk meteen begonnen vrijdag. Zo werkt dat. Twee mannen onder hoogspanning in een drukkerij op een bedrijventerrein. Broers. Flashbacks naar hun aanslag de dag ervoor en naar steeds verder terug. Naar hun woede over de satirische tekeningen en de voorbereidingen van de moordpartij, naar hun trainingsperiode in Jemen. Flarden van een terugblik op de vroegtijdige dood van hun ouders, het noodgedwongen verblijf in pleeggezinnen, op de dagelijkse strijd op straat. Een terugblik op wat in essentie het probleem is geweest: een leven waaraan zij zelf geen zin konden geven. 26 uur, twee broers op hun vlucht de stad uit, langs de benzinepomp, door een bosgebied een dorp, een bedrijf in. Hun onderlinge gesprekken tussen de drukpersen, koffieautomaten en stapels papier over vroeger, over hun twijfel en hun geloof en over het moment waarop ze naar buiten zullen gaan als martelaren. Ondertussen zien we de man die zich verstopt heeft in de drukkerij en de politie op de hoogte houdt. Sterker nog: contact heeft met de officier die de broers nog van vroeger kent en de nacht ervoor ook nog meedeed aan de klopjacht door het bos. Dan, tot besluit: hun laatste gebed, het opstaan van de vloer, het kalm en vastberaden naar de deur lopen en het geluid van de kogelregen.