Iedere zondagochtend las A.L. Snijders in het radio 4 programma ‘De ochtend van 4’ een van zijn Zeer Korte Verhalen (ZKV) voor. Op dat vroege ochtenduur zit ik doorgaans niet voor de radio, ik las zijn verhalen alleen. Maar voor mijn schoonouders was het luisteren naar Snijders om 8.45 uur een waar ritueel. Als je dan toch stichtelijke woorden wilt horen op zondag, dan maar die van A.L. Snijders. Afgelopen zondag heeft hij zijn laatste ZKV voorgelezen, fijnzinnig getiteld ‘Stoa’. De dag erna overleed hij onverwacht aan een hartstilstand. Dat is een groot verlies voor de Nederlandse literatuur, want hij wist als geen ander hoe een hele wereld schuil kan gaan in een miniatuur en schreef messcherp tot op het laatst. Hij is een van de schouders waar ik op sta.
In ‘De ochtend van 4’ was het gebruikelijk dat de presentator zich, voorafgaande aan het luisteren naar de ZKV van die dag, even met de schrijver onderhield. Over hoe het met hem ging en hoe de afgelopen week was geweest. Zoals op vele zondagen daarvoor was dat ook op zondag 6 juni een kort verhaal op zich. Snijders vertelde dat hij een hele week ‘op reis’ was geweest: naar Zutphen, Hengelo, Almelo, Deventer en Nijmegen. Een tournee waar ‘veel belevenissen aan vastzaten’. Het wonderlijkst was de ontmoeting met een oude man die stug bleef volhouden dat A.L. Snijders niet bestond. De lichtelijk verbaasde schrijver had het gesprek een tijdje met hem voortgezet maar de kerel bleef onvermurwbaar: Snijders bestond niet (en dat had niets met zijn pseudoniem te maken).
De schrijver had hem nog niet eerder ontmoet. Maar het kan niet anders of de man met wie hij sprak heette Hein, Magere Hein.