Onze Macedonische collega leert Nederlands. De woorden die ze vaak hoort en grappig vindt, kan ze het makkelijkst onthouden: ‘korting’, ‘gezellig’ en vooral: ‘gratis’. We spraken over woorden met een specifieke betekenis die in andere talen niet voorkomen. Zij noemde als voorbeeld een woord in het Macedonisch dat oorspronkelijk uit het Turks afkomstig was en zoiets betekende als ‘een gevoel dat je extra fijn hebt gemaakt door er iets mee te doen’, zoals het genieten van een op zich al lekkere kop koffie door die op een plek in de zon op te gaan drinken. Ze zei erbij dat we de betekenis die in Bulgarije aan datzelfde woord gegeven werd, maar niet moesten opzoeken. Dat wordt ook lastig want ik herinner me het woord niet meer.
Er waren meer collega’s die woorden konden noemen die een speciale plaats in hun vocabulaire innamen. Woorden die een bepaald gevoel, verschijnsel of gedrag aanduidden waarvoor in het Nederlands geen woord bestond – misschien omdat het beschreven fenomeen in Nederland niet voorkwam, maar misschien ook wel omdat ze het Nederlandse woord niet kenden. Zo was er een jonge onderzoeker die ‘Schadenfreude’ noemde. Hoe mooi dat in het Duits ook klinkt, daarvoor is ‘leedvermaak’ natuurlijk een prima alternatief. Ik moest prompt aan ‘Stausucht’ denken, het verlangen (en dus op zoek gaan naar) een file. Dat kennen we niet in Nederland, volgens mij.
Heb ik zelf ook zo’n woord waar ik gek op ben? Tijdens die lunch, in de week erna en nog altijd wil mij maar niets te binnen schieten. Tot mijn grote ergernis. Ik put nog altijd in mijn geheugen… maar er wil niet een bijzonder woord boven komen. Misschien omdat ik van alle woorden evenveel houd.
Ik ben wel dol op dit specifieke taalgebied; het allemansland tussen de talen in. De woordenschat waarmee je niet kunt overleven, die geen enkel volk exclusief gebruikt maar waar je desondanks een heel mooi en divers woordenboek van zou kunnen maken. Een woordenboek vol unieke begrippen die onvertaald aan alle talen uitgeleend kunnen worden.