Vanochtend stond ik in de centrale hal van het station. Ik was het oog van een storm, en alles bewoog driftig om mij heen. Ik zag wat ik niet gezien zou hebben als ik haast had gehad, en doorgelopen was. Een spoorwegmedewerker in een informatiehokje, ogenschijnlijk ook een rustpunt in de hectiek van forenzen, scholieren en andere reizigers, maar alleen. Een leeg hokje voor het maken van pasfoto’s waar, achter het grijze gordijntje met vouwen dat maar tot de helft van de opening kwam, een lichtgevend, oranje krukje opgloeide als lava. Een norse snackbareigenaar die nog maar een enkele klant te bedienen had op dit vroege tijdstip. Een man die op een ladder tegen een hoge raampartij geleund stond, meters boven de passanten, en het logo 2030.nl van het glas aan het schrapen was.
Je kunt verhalen horen, en flarden van gesprekken, maar dit waren allemaal foto’s, foto’s zoals ik die had kunnen maken in Berlijn, of in Maastricht, foto’s die je misschien alleen ziet als je in de juiste, ontspannen, ontvankelijke stemming bent. Als je met vakantie bent – wat natuurlijk iedere dag zou kunnen zijn. Met de juiste instellingen. Maar: niet gemaakte foto’s.
Waarom zag ik eigenlijk wat ik zag? En niet iets anders? Vervormden mijn instellingen soms dusdanig, dat ik mijn innerlijke staat om mij heen weerspiegeld zag? En hoe zou ik die dan eigenlijk precies moeten beschrijven? Er was niemand bij om mij op die vraag een antwoord te kunnen geven.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.