Ik las, en maakte notities in een café. Ik zat in mijn hoofd, in een andere stad. Ik was even op bezoek bij mijn uitgeverij, die al jaren niets meer van me heeft gekregen om uit te geven. Ik viel er ten prooi aan mijn indrukken, en een zekere ongelukkigheid. Ik ben graag in grote steden als de andere stad. De zon scheen, het was een prachtige dag. Maar het bezoek aan mijn uitgeverij, de herkenning in de ogen van de receptionist, de uitgeversassistent, mijn redacteur… het was verbonden met de professie, met het naar buiten treden met mijn schrijverschap. Terwijl er nog geen nieuw boek is; voorlopig ben ik nog niet klaar. Ik ben aan het werk, maar ik wil nu nog niets, helemaal niets te maken hebben met het publiceren en aanprijzen van mijn roman. Nooit meer, dacht ik toen ik vorige week weer buiten kwam, al is dat ongetwijfeld een leugen. Ik verlangde intens naar landleven en landschrijven op een afgelegen hoeve, waar dan ook in de periferie. Maar ik laveerde op dat moment tussen de toeristen door naar het station, en de hoeren lonkten naar me. Ik was kwetsbaar, ontvankelijk voor alles en iedereen. Ook al zat ik in mijn hoofd en maakte ik notities. Want juist op dit moment vallen wat ik doe en wat ik ben meer dan ooit samen: ik schrijf.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.