Concentreren is een kunst, een kunst waarin ik mij oefen, zonder vooropgezetheid overigens. Ik krijg er voldoende gelegenheid voor in mijn gehorige woning. Boven mij wonen de buren met hun drie jonge kinderen in een appartement even groot als het mijne, dat eigenlijk slechts geschikt is voor anderhalf mens, en slechts van mij gescheiden door een dunnen betonnen vloer. Ik begrijp hun levenslust, maar ben er niet altijd even blij mee. Ook van buiten dringt geluid binnen; er worden huizen gebouwd, rioleringen vervangen en als je denkt dat je alles gehad hebt, wordt het gras gemaaid of zijn de stratenmakers die eerst hun autoradio tussen de huizen lieten galmen met een egaliseermachine hun klus aan het afronden. Soms lijkt het alsof er een heus complot gesmeed is om mij van het werk te houden. Maar dan kent men deze schrijver slecht.
Als ik, zoals vaker de laatste tijd, vastbesloten aan de slag ben en vertrokken ben in de illusie van de woorden die ik zelf op papier zet, dringt bijna niets tot mij door. Dat wil zeggen: ik registreer het wel degelijk, ik ben er niet voor afgesloten zoals de ipoddragers met hun witte oordopjes dat soms van de buitenwereld zijn, of de automobilisten in hun dreunende metalen cocons. Ik hoor het wel, maar het betreft mij niet, en het wordt geen onderdeel van de beraadslagingen. Ik geloof ook niet werkelijk in een complottheorie. Dan nog liever in het toeval, of in de kunst. Zolang ik mij kan concentreren tenminste.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.