Aan het einde van onze reis stopten we voor een overnachting in het Duitse stadje Schleswig. Daar stonden we in de schemering, tussen de grazende schapen, op een heuvel waar de Vikingen ooit hun doden verbrandden. We hadden de overvolle camping en de drukke provinciale weg achter ons gelaten, maar aan de ogenschijnlijk verlaten, spookachtige bosrand zinderde het nog altijd van leven. Het kon niet anders of we voelden de vluchtige aanwezigheid van de aldaar opgestookte Vikingen. We keken vanaf het verstilde hiernamaals uit over het merengebied waar ze ooit hun grootste nederzetting van Noord-Europa hadden gebouwd. Daar had zich dientengevolge ook de grootste archeologische Fundgrube van hun beschaving bevonden – die nu tentoongesteld werd in het Haithabu museum, het beste archeologische museum dat ik ooit zag. Een plek om voor om te rijden, een heuse Geheimtipp. Dat museum zouden we echter de volgende dag pas ontdekken. Die avond wisten we nog bijna niets, maar we voelden wel waarom de Vikingen daar wilden leven, en dat, in zekere zin, nog altijd doen.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.