In de kamer die ik een aantal dagen per week als deeltijd ambtenaar gebruik, meldde zich deze week een dame die het werk van de schoonmakers wilde controleren. Met enige tegenzin liet ik haar haar merkwaardige functie vervullen en zag hoe zij daadwerkelijk een vinger over mijn bureau en een vensterbank haalde, een aantekening op haar tablet maakte en naar de volgende kamer ging. Er gebeuren veel merkwaardige dingen op mijn werk, maar controles als deze zijn helaas geen uitzondering. Ze vinden minstens twee, drie keer per jaar plaats en zijn symptomatisch voor wat er achter de schone schijn schuilgaat.
Met schoonmaakbedrijven is het tegenwoordig hetzelfde gesteld als met de cateringbedrijven die voor grote organisaties als de onze werken. Ze doen mee aan aanbestedingsrondes – wat mij betreft een van de meest perverse producten van de alom heersende marktwerking. Waar leiden aanbestedingen toe? Na een initieel prijsvoordeel voor de opdrachtgever stijgen al snel de kosten, terwijl tegelijkertijd het vaste personeel tegen veel lagere salarissen aan de slag mag, of wordt ontslagen en vervangen door flexwerkers of goedkopere krachten. En dat alles ten faveure van het management en allerlei controlefunctionarissen die zich diep over de cijfertjes buigen en alles tot op de millimeter monitoren – behalve de essentie van de opdracht en de sfeer onder het personeel.
Onlangs wilde ik na sluitingstijd en ver na de vertrektijd van de schoonmakers, zelf wat schoonmaken maar dat was niet toegestaan omdat ik geen medewerker van het schoonmaakbedrijf was. Ik moest de vuile resten van een buffet dat ik had georganiseerd dus eigenlijk maar gewoon achterlaten. Als ik de vloer met water en schoonmaakmiddel zou schoonmaken, zou ik daarbij ook nog eens de werkwijze van het schoonmaakbedrijf ernstig verstoren. Dat heeft namelijk een berekening gemaakt van de benodigde schoonmaakactiviteit per vierkante meter, en bijvoorbeeld de hoeveelheid schoonmaakmiddel op de liter nauwkeurig bepaald. Iedere overschrijding zou tot navraag en een extra factuur leiden.
Ook het stofzuigen is niet ontsnapt aan de aandacht. De schoonmakers kregen van hun bedrijf les in de techniek van het ‘tippend’ stofzuigen, zo is mij verteld. Tippend stofzuigen is dus niet nodeloos met lange halen heen en terug door een ruimte zuigen, maar alleen die plekken ‘aantippen’ waar zichtbaar vuil ligt.
Deze bezuiniging lijkt mij een klassiek geval van penny wise, pound foolish en heeft met het daadwerkelijk verwijderen van stof en vuil weinig te maken. Wel met kostenreductie, met het sleutelen aan een verdienmodel – voor iedereen behalve voor de mensen die het vuile werk doen.
Het sarcasme hiervan is dat waar het schoonmaakbedrijf van zijn medewerkers vraagt alleen het zichtbare vuil weg te halen, die wel worden gecontroleerd op slecht zichtbaar vuil, met alle gevolgen van dien. Door dit soort wantrouwen kweek je achterdocht, ontevredenheid en uiteindelijk: ziekteverzuim. Tel uit je winst.
Natuurlijk zijn er schoonmakers die er de kantjes van aflopen maar meestal doen ze dat omwille van de tijdsdruk waar ze onder staan (er is namelijk ook een bepaalde tijdsinvestering gekoppeld aan de vierkante meters). Het werk van de schoonmakers is werk zoals alle werk. Het zijn mensen zoals alle mensen. Mensen die respect verdienen en een fatsoenlijk salaris. Geen wantrouwen en gelegaliseerde slavernij.