Wat er gebeurt als je een filmfestival bezoekt en tussen de twee of drie films die je op een dag achter elkaar ziet maar een enkel kwartier tijd hebt voor frisse lucht, koffie of een maaltijd, heb ik al langere tijd proberen te beschrijven. Films kijken op een festival als dat van Rotterdam is niet te vergelijken met regulier bioscoopbezoek, zeker niet als je meerdere films gaat zien, keuzes moet maken, een programma samenstelt. Wat ondertussen natuurlijk wel verder gaat, is het dagelijkse leven, ook al lijkt dat tijdens het kijken een andere wereld.
Vorige week werden mijn belevenissen in het donker doorsneden met intense verhalen van vrienden die ik rondom de filmvertoningen sprak. Ik dwaalde tijdens de films in gedachten soms af, niet uit verveling, maar door associaties met wat ik zag. Op die momenten dacht ik aan de verhalen die mij zojuist verteld waren. Maar wat meestal gebeurt, is dat de mensen en kwesties die voor mij het belangrijkst zijn als vanzelf boven komen drijven, als dagdromen, terwijl ik ondertussen naar hele andere levensgeschiedenissen aan het kijken ben.
Soms bedenk ik, als in een lucide droom, de oplossing van een probleem. Zo hield ik zondag het begin, het vermoeden van een mooie zin in handen, waarvan ik meteen een notitie maakte zodra ik de zaal uit was. Het was een zin uit een hoofdstuk dat ik ineens helemaal voor me had gezien, en dat ik deze week nog wil uitschrijven, als mij de tijd en rust gegund is. Omdat een personage uit de Koreaanse film Romance Joe ’s nachts door een hotelraam uitkeek over de stad.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.