‘We blijven uiteindelijk toch dorpsjongens,’ had de broer van een vriend vroeger eens gezegd, ook al was hij bereisd en woonde hij in de stad. Je kunt wel uit een dorp komen, maar het dorp komt nooit meer uit jou, wilde hij er maar mee zeggen. Ik denk dat hij gelijk had. Wat niet wil zeggen dat je dan ook weer in een dorp moet gaan wonen.
Vanwege het voorjaarsweer slenterden de mensen vandaag weer op toeristisch tempo door de stad, vaak midden over straat. Die massa en zijn sloomheid, ze waren me vandaag teveel. Ik was ondertussen met zware tassen en een winterjas aan onderweg, met een boodschappenlijst en een hoofd vol vooruitdenkgedachten en een intens verlangen naar rust. De rust om alles wat ik vanochtend bedacht had te laten bezinken, de rust om nieuwe dingen te maken, de rust om zelf te kunnen beslissen met wie ik vandaag contact zou hebben, de rust om te kunnen vergeten, om niets te hoeven doen. Ik keek naar huizen die te koop stonden aan de stadsrand, ik dagdroomde me bijkans gek over tuinhuisjes met uitzicht in Waterland. Maar het sterkst verlangde ik naar een Hinterhof of, inderdaad, de rust van een dorp.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.