Het is weer zover; ik pak mijn boodschappen een voor een uit en bemerk dat ik één ding vergeten ben. Dat gebeurt me vaker, zo niet vrijwel altijd. Natuurlijk maak ik een boodschappenlijstje, maar dat helpt niet. Ik zie dat ene ingrediënt over het hoofd, of had al vergeten het op de lijst te zetten. Ik vloek. De supermarkt is niet ver maar omdat het zaterdag is en extra druk, wil ik niet terug. Ook niet niet voor dat ene ingrediënt. Het voelt als gezichtsverlies. Een enkele keer loop ik naar de andere supermarkt maar die is verder weg en ik heb, dat is de kern van de zaak, al weer genoeg van boodschappen doen.
Soms moet ik wel terug, als ik ‘ontbijt’ op mijn lijstje had staan en geen brood heb meegenomen bijvoorbeeld. Ik kan natuurlijk iets laten bezorgen, in een koffietentje gaan ontbijten of een vegetarische schotel maken van de maaltijd waarin eigenlijk gehakt had gemoeten. Koffie zonder melk drinken. Als ik geluk heb, ligt er nog iets in de koelkast om mee te improviseren – soms wordt het dan zelfs lekkerder, kom ik onverwacht op een goed idee.
Heb ik het te druk, heb ik teveel aan mijn hoofd? Of is het mijn leeftijd, het begin van geheugenverlies? Ik wil dat graag ontkennen. Wat me wel enigszins zorgen baart, is dat het vaak om het cruciale ingrediënt gaat: de kip voor de kipschotel, de pasta voor bij de eh… pastamaaltijd. Wat ik vandaag eet kan gelukkig best zonder die garnalen, ook al was het daarmee eigenlijk begonnen; dat ik weer eens garnalen wilde eten.