1.
Ik heb een woord gevonden dat ik nog niet kende maar vanaf deze week vaker zal gebruiken omdat het zo adequaat de spijker op zijn kop slaat: plaatsgeest. Met dank aan Koen Peeters, die er in zijn documentaireroman De mensengenezer hoofdfiguur Remi het volgende over laat zeggen:
‘De genius is de plaatsgeest, de genius loci. Hij staat voor de plek, in mijn geval de grensstreek waar ik vandaan kom. Voor mij is dat het lege vlakke land van de Westhoek, met zijn zwaarmoedigheid en het duistere zwijgen. Er zijn bij ons honderdduizenden jongens en mannen gestorven. Elke maand worden er nog opgegraven, toevallig omdat een boer wat dieper ploegt. Die mannen en jongens zijn allemaal met mij vergroeid. (…) ‘Welnu,’ vervolgde ik, ‘om de genius of plaatsgeest te herkennen en enigszins van zich af te schudden moet men op z’n minst verhuizen. En dan nog kan niemand ooit zijn genius verliezen.’ [p.291-292]
Dat een plek soms een lastig grijpbaar maar eigen karakter heeft, laat zich met ‘plaatsgeest’ goed uitdrukken. Ook al is die niet concreet te beschrijven. De plaatsgeest is als een vluchtig parfum dat bewoners, gebruikers en voorbijgangers van een plek achterlaten. Dat je ruikt, of niet. Waarvan je soms nog sporen aantreft, of niet.
Peeters doelt in zijn boek vooral op ‘het land van herkomst’. Vanwege het verhuizen moest ik aan James Joyce denken, die Dublin onvergetelijk in woorden kon vatten toen hij in Triëst woonde – of waar dan ook, misschien wel sterker dan in zijn geboortestad zelf. Dat je het meisje wel uit Nieuwegein kunt halen, maar Nieuwegein niet uit het meisje. En dat ik er niet aan wil denken wat dat voor mij en Hardinxveld-Giessendam betekent.
2.
Eergisteren keken we naar een documentaire over de Hansa Ton Studio’s in (West) Berlijn en over de muziek die daar door artiesten als David Bowie (Low, Heroes) en Iggy Pop (Lust for Life, The Passenger), Einstürzende Neubauten, Nick Cave and the Bad Seeds, U2 (Achtung Baby) en niet te vergeten Depeche Mode opgenomen is.
Hansa Ton Studio’s stond aan de Köthenerstrasse, vlakbij de Muur, in een totaal geïsoleerd West-Berlijn waar, in de ogen van de muzikanten, alleen nachtleven leek te bestaan. Volgens een van de medewerkers lagen de studio’s zo ongeveer ‘aan het einde van de westerse beschaving’, al gaf hij direct toe dat dit ook ‘het verhaal’, Hansa’s unique selling point was.
De muzikanten die werden geïnterviewd, probeerden het bijzondere karakter van de studio te beschrijven. Geluidstechnisch waren de ruimtes bijzonder en dat kwam in de jaren tussen 1976 en 1990 samen met de komst van bands die open stonden voor muzikaal avontuur. Met ‘There was darkness in the dust’ probeerde een enkele muzikant te omschrijven wat nu precies het karakter, de specifieke klank van de ruimte was. Het is verleidelijk om nu al die muziek achter elkaar te gaan beluisteren, op zoek naar de gemene deler. Dit kwam in de buurt.
De aanwezigheid van de Muur en de dreiging die van die bijzondere afscheiding uitging, was natuurlijk ook niet uit te vlakken, net als de focus tijdens het werken in die studio, samen met een inspirerende, creatieve generatie technici. Maar wat vooral uit de verhalen sprak, waren die stemmen zelf – de stemmen van de mensen die er in die jaren zo intensief muziek hadden gemaakt.
Toen de muur viel, viel min of meer het doek voor de Hansa studio’s. De magie leek verdwenen, de ruimtes waren steeds minder in trek, stonden jarenlang leeg. Twee van de drie studio’s zijn nu weer opnieuw in gebruik, een ervan speciaal voor klassieke muziek, maar Hansa is toch vooral geschiedenis geworden. De tijden zijn veranderd, de artiesten verhuisd, uit elkaar, gestopt of dood. Wat daar samenkwam, was tijd en plaats. Misschien maakt precies die verbinding de plaatsgeest voelbaar.
3.
Dublin, Triëst, Nieuwegein en Berlijn
de plaatsgeest van al die plaatsen
waar ik ben geweest
dwaalt door mijn brein
ik reis graag als een bekend geheim agent
door de wereld
terwijl ik thuis ben